Renteaftrekbeperkingen in de vennootschapsbelasting
Einde inhoudsopgave
Renteaftrekbeperkingen in de VPB (FM nr. 119) 2006/6.8.2.3:6.8.2.3 Aanpassing temporiseringsbepaling
Renteaftrekbeperkingen in de VPB (FM nr. 119) 2006/6.8.2.3
6.8.2.3 Aanpassing temporiseringsbepaling
Documentgegevens:
Dr. J. van Strien, datum 20-10-2006
- Datum
20-10-2006
- Auteur
Dr. J. van Strien
- JCDI
JCDI:ADS585158:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Vennootschapsbelasting (V)
Ondernemingsrecht / Jaarrekeningenrecht
Vennootschapsbelasting / Winstbepaling
Dividendbelasting / Algemeen
Vennootschapsbelasting / Algemeen
Toon alle voetnoten
Voetnoten
Voetnoten
In art. 14a, lid 8 en art. 14b, lid 6 ontbreekt een dergelijke aanscherping. Voorts ontbreekt in deze bepalingen een grondslageis.
Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
Met de invoering van het huidige regime fiscale eenheid per 1 januari 2003 zijn tevens art. 15, lid 4 en 5 (oud) herzien. Thans vinden wij deze bepalingen in gewijzigde vorm terug in art. 15ad. Op bepaalde punten is deze bepaling aangescherpt en op andere punten heeft een versoepeling plaatsgevonden. Een in het oog springende verscherping betreft het onder het bereik van art. 15ad brengen van een gefinancierde kapitaalstorting. Voorts is de tegenbewijsregeling uitgebreid met een grondslag-eis in de tegenbewijsregeling. Tevens wordt winst waarop een regeling ter voorkoming van dubbele belasting van toepassing is niet langer aangemerkt als ‘eigen winst van de overnameholding’. Op deze en andere aanscherpingen kom ik hierna nog terug. Hoewel art. 15, lid 4 is vervangen (en aangescherpt) door art. 15ad, geldt – zoals ik eerder aangaf – de aan art. 15, lid 4 ten grondslag liggende ratio eveneens voor art. 15ad.
Naast de genoemde aanscherpingen is art. 15ad tevens aangescherpt in de zin dat voor toepassing van de temporiseringsbepaling vorderingen ex art. 10, lid 1, onderdeel d worden gelijkgesteld met aandelen.1