Einde inhoudsopgave
Verdrag betreffende den gedwongen of verplichten arbeid
Artikel 2
Geldend
Geldend vanaf 28-05-1947
- Redactionele toelichting
Deze versie is nog niet voor alle partijen in werking getreden. Zie voor de partijgegevens het protocol van 09-10-1946, Stb. 1948, I 283.
- Bronpublicatie:
09-10-1946, Stb. 1948, I 283 (uitgifte: 30-07-1948, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
28-05-1947
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
09-10-1946, Stb. 1948, I 283 (uitgifte: 30-07-1948, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
International Labour Organization
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
Internationaal publiekrecht / Verdragenrecht
1.
Voor de toepassing van dit verdrag duidt de uitdrukking ‘gedwongen of verplichte arbeid’ aan: elken arbeid of dienst, welke van een persoon wordt gevorderd onder bedreiging met een of andere straf en waarvoor bedoelde persoon zich niet vrijwillig heeft aangeboden.
2.
De uitdrukking ‘gedwongen of verplichte arbeid’ zal echter voor de toepassing van dit verdrag niet omvatten:
- a.
elken arbeid of dienst, welke gevorderd wordt krachtens wetten op den verplichten militairen dienst en aangewend wordt voor werken, die een zuiver militair karakter dragen;
- b.
elken arbeid of dienst, welke deel uitmaakt van de normale burgerlijke verplichtingen van de burgers van een land, dat volledig zelfbestuur heeft;
- c.
elken arbeid of dienst van een persoon, gevorderd als gevolg van een veroordeeling, uitgesproken bij een rechterlijke beslissing, op voorwaarde, dat die arbeid of dienst ten uitvoer gelegd wordt onder opzicht en toezicht van de openbare machten, en dat de bedoelde persoon niet afgestaan wordt aan of ter beschikking gesteld wordt van particulieren, maatschappijen of private rechtspersonen;
- d.
elken arbeid of dienst, gevorderd in gevallen van overmacht, d. w. z. in geval van oorlog, onheilen of dreigende onheilen, zooals branden, overstroomingen, hongersnooden, aardbevingen, hevige epidemieën onder menschen of dieren, invallen van schadelijke dieren, insecten of plantaardige parasieten en in het algemeen, alle omstandigheden, welke het leven of de normale bestaansvoorwaarden van de geheele bevolking of een deel daarvan in gevaar brengen of in gevaar kunnen brengen;
- e.
de kleine dorpsdiensten, d. w. z. de diensten, uitgevoerd in het onmiddellijk belang van de gemeenschap door de leden daarvan, diensten, die uit dien hoofde beschouwd kunnen worden als normale burgerlijke verplichtingen, rustende op de leden van de gemeenschap, op voorwaarde, dat de bevolking zelf of hare rechtstreeksche vertegenwoordigers het recht hebben zich uit te spreken over de noodzakelijkheid van die diensten.