Einde inhoudsopgave
Richtsnoeren 2014/C 249/01 voor reddings- en herstructureringssteun aan niet-financiële ondernemingen in moeilijkheden
Bijlage I Formulevoor de berekening van het maximumbedrag aan reddingssteun of tijdelijke flankerende herstructureringssteun per periode van zes maanden
Geldend
Geldend van 01-08-2014 tot 01-01-2026
- Redactionele toelichting
De datum van afkondiging is de datum van het Publicatieblad.
- Bronpublicatie:
31-07-2014, PbEU 2014, C 249 (uitgifte: 31-07-2014, regelingnummer: 2014/C 249/01)
- Inwerkingtreding
01-08-2014
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
31-07-2014, PbEU 2014, C 249 (uitgifte: 31-07-2014, regelingnummer: 2014/C 249/01)
- Vakgebied(en)
Mededingingsrecht / EU-mededingingsrecht
Staatssteun (V)
EBITt + depreciationt − (working capitalt − working capitalt−1) / 2
Deze formule is gebaseerd op de bedrijfsresultaten van de begunstigde onderneming (het resultaat vóór rente en belastingen (EBIT)) vastgelegd in het jaar vóór de toekenning/aanmelding van de steun (aangeduid als t). Dit bedrag wordt vermeerderd met de afschrijvingen. Vervolgens worden variaties in het werkkapitaal op het totaal in mindering gebracht. De variatie in het werkkapitaal wordt berekend als de variatie in het verschil tussen de vlottende activa en de vlottende passiva (2) voor de laatste afgesloten boekhoudkundige periode. Evenzo dienen eventuele voorzieningen op het niveau van het bedrijfsresultaat, duidelijk te worden aangegeven en mag het resultaat dergelijke voorzieningen niet omvatten.
Deze formule is bedoeld om een raming te maken van de negatieve operationele kasstroom van de onderneming in het jaar voorafgaand aan de steunaanvraag (of aan de toekenning van de steun in het geval van niet-aangemelde steun). Met de helft van dit bedrag moet de exploitatie van de onderneming zes maanden kunnen worden voortgezet. Daarom moet, voor de toepassing van punt 60, de uitkomst van de formule door 2 gedeeld. Voor de toepassing van punt 117 moet de uitkomst van de formule met 1,5 worden vermenigvuldigd.
Deze formule kan alleen worden toegepast wanneer de uitkomst een negatief bedrag is. Ingeval de formule een positieve uitkomst oplevert, zal een gedetailleerde verklaring moeten worden ingediend waaruit blijkt dat de begunstigde onderneming een onderneming in moeilijkheden is in de zin van punt 20.
Voorbeeld:
Resultaat vóór rente en belastingen (EBIT) (× miljoen EUR) | (12) | |
Afschrijving (× miljoen EUR) | 2 | |
Balanstotaal (× miljoen EUR) | 31 december, t | 31 december, t−1 |
Vlottende activa | ||
Geldmiddelen en kasequivalenten | 10 | 5 |
Debiteuren | 30 | 20 |
Voorraden | 50 | 45 |
Vooruitbetaalde kosten | 20 | 10 |
Overige vlottende activa | 20 | 20 |
Totaal vlottende activa | 130 | 100 |
Vlottende passiva | ||
Crediteuren | 20 | 25 |
Overlopende passiva | 15 | 10 |
Uitgestelde baten | 5 | 5 |
Totaal vlottende activa | 40 | 40 |
Werkkapitaal | 90 | 60 |
Variatie werkkapitaal | 30 |
[−12 + 2 − 30]/2 = − 20 miljoen EUR.
Aangezien de uitkomst van de formule hoger is dan 10 miljoen EUR, kan de versnelde procedure van punt 121 niet worden toegepast. Daar komt in dit voorbeeld nog bij dat, indien het bedrag aan reddingssteun meer dan 20 miljoen EUR bedraagt of het bedrag aan tijdelijke flankerende herstructureringssteun meer dan 60 miljoen EUR bedraagt, het steunbedrag goed moet zijn onderbouwd met een te verschaffen liquiditeitsplan waarin de liquiditeitsbehoeften van de begunstigde onderneming zijn beschreven.
Voetnoten
Vlottende activa: liquide middelen, vorderingen (klanten- en debiteurenrekeningen), overige vlottende activa en vooruitbetaalde kosten, voorraden. Vlottende passiva: financiële schulden, handelsschulden (leveranciers- en crediteurenrekeningen) en overige vlottende passiva, uitgestelde baten, overige overlopende passiva, belastingverplichtingen.