Einde inhoudsopgave
RvdW 2019/1191
Vermelding adres in aantekening mondeling vonnis Pr kan niet worden aangemerkt als adresopgave a.b.i. art. 588a lid 1 onder b Sv waar afschrift van dagvaarding naar dat adres had moeten worden verzonden. HR: art. 81 lid 1 RO.
HR 12-11-2019, ECLI:NL:HR:2019:1753
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
12 november 2019
- Magistraten
Mrs. W.A.M. van Schendel, V. van den Brink, E.S.G.N.A.I. van de Griend
- Zaaknummer
18/01199
- Conclusie
A-G mr. F.W. Bleichrodt
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2019:1753, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 12‑11‑2019
ECLI:NL:PHR:2019:921, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 24‑09‑2019
Essentie
Vermelding adres in aantekening mondeling vonnis Pr kan niet worden aangemerkt als adresopgave a.b.i. art. 588a lid 1 onder b Sv waar afschrift van dagvaarding naar dat adres had moeten worden verzonden. HR: art. 81 lid 1 RO.
Partij(en)
HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
STRAFKAMER
Nummer 18/01199
Datum 12 november 2019
ARREST
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof 's-Hertogenbosch van 14 maart 2018, nummer 20/003673-16, in de strafzaak
tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1973,
hierna: de verdachte.