Einde inhoudsopgave
Scheepvaartreglement voor het Kanaal van Gent naar Terneuzen
Artikel 3 Verantwoordelijkheid
Geldend
Geldend vanaf 01-01-1998
- Redactionele toelichting
Deze wijziging treedt tegelijk in werking met de Derde tranche Algemene wet bestuursrecht (20-06-1996, Stb. 333).
- Bronpublicatie:
17-12-1997, Stb. 1997, 726 (uitgifte: 01-01-1997, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-01-1998
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
11-12-1997, Stb. 1997, 581 (uitgifte: 01-01-1997, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Vervoersrecht / Binnenvaart
1.
De kapitein of schipper is verantwoordelijk voor de naleving van de bepalingen van dit reglement tenzij uit die bepalingen blijkt dat de naleving aan anderen is opgedragen.
2.
Niets in dit reglement ontheft een schip, zijn reder, kapitein of schipper of bemanning van de verantwoordelijkheid voor de gevolgen van enige nalatigheid in de naleving van dit reglement, dan wel van veronachtzaming van enige voorzorgsmaatregel die volgens het gewone zeemansgebruik of door de bijzondere omstandigheden waarin het schip zich bevindt geboden is.
3.
Bij het uitleggen en naleven van dit reglement moet goed rekening worden gehouden met alle gevaren voor de navigatie en voor aanvaring en met bijzondere omstandigheden, waaronder de beperkingen van de betrokken schepen, die ter vermijding van onmiddellijk gevaar een afwijken van dit reglement noodzakelijk kunnen maken.
4.
De leden van de bemanning zijn verplicht te gehoorzamen aan de bevelen van de kapitein of de schipper, welke hun ter naleving van de voorschriften van dit reglement worden gegeven; zij moeten tot deze naleving, ook zonder bevel, hun volle medewerking verlenen.
5
a.
de kapitein of schipper moet gevolg geven aan een verkeersteken dat een verbod of een gebod bevat en rekening houden met een verkeersteken dat een aanbeveling of een inlichting bevat dan wel met een verkeersteken dat dient ter markering van het vaarwater of van obstakels die daarin voorkomen.
b.
Onderdeel a is van overeenkomstige toepassing ten aanzien van een bekendmaking met dezelfde strekking als een verkeersteken.
6.
De schipper van een binnenschip dat één of meer andere binnenschepen voortbeweegt, is de schipper van het samenstel.
Wanneer meer dan één binnenschip voor de voortbeweging zorgt, moet de schipper van het samenstel tijdig worden aangewezen.
7.
Indien een stilliggend schip geen kapitein of schipper heeft,
- a.
is de eigenaar of de gebruiker, ieder afzonderlijk, verantwoordelijk voor de naleving van artikel 42;
- b.
is de wachtsman, bedoeld in artikel 42, eerste lid, dan wel de persoon die toezicht houdt, bedoeld in artikel 42, tweede lid, dan wel de persoon die luisterwacht houdt, bedoeld in artikel 42, derde lid, verantwoordelijk voor de naleving van de artikelen 9, vierde, zesde tot en met negende en twaalfde lid, 20, 25, 27, 29, zevende lid, 30, 31, derde en vijfde lid, 35, derde en vierde lid, en 43 tot en met 48.