Einde inhoudsopgave
Uitvoeringsregeling Algemene wet inzake rijksbelastingen 1994
Artikel 39
Geldend
Geldend vanaf 01-07-1994
- Bronpublicatie:
14-06-1994, Stcrt. 1994, 114 (uitgifte: 20-06-1994, regelingnummer: WDB94/128)
- Inwerkingtreding
01-07-1994
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
14-06-1994, Stcrt. 1994, 114 (uitgifte: 20-06-1994, regelingnummer: WDB94/128)
- Vakgebied(en)
Internationaal belastingrecht / Voorkoming van dubbele belasting
1.
De vrijstelling van overdrachtsbelasting, bedoeld in artikel 35, wordt verleend voor de belasting die is verschuldigd ter zake van de verkrijging door een vreemde Mogendheid van in Nederland gelegen onroerende zaken die bestemd zijn voor de huisvesting van een diplomatieke of consulaire vertegenwoordiging of die bestemd zijn voor bewoning door het hoofd van een diplomatieke of consulaire vertegenwoordiging, met uitzondering van honoraire consuls.
De vrijstelling van overdrachtsbelasting wordt, onder voorwaarde van wederkerigheid, mede verleend voor de belasting die is verschuldigd ter zake van de verkrijging door een vreemde Mogendheid van in Nederland gelegen onroerende zaken die bestemd zijn voor bewoning door andere leden van een diplomatieke of consulaire vertegenwoordiging.
Verkrijging wordt opgevat in de zin van de Wet op belastingen van rechtsverkeer.
2.
De vrijstelling wordt verleend in de vorm van teruggaaf van belasting, tenzij Onze Minister vooraf een vergunning heeft afgegeven om geen belasting te voldoen.