Einde inhoudsopgave
Uitvoeringsregeling Algemene wet inzake rijksbelastingen 1994
Artikel 35
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2021
- Bronpublicatie:
31-12-2020, Stcrt. 2020, 64029 (uitgifte: 31-12-2020, regelingnummer: 2020-0000246185)
- Inwerkingtreding
01-01-2021
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
31-12-2020, Stcrt. 2020, 64029 (uitgifte: 31-12-2020, regelingnummer: 2020-0000246185)
- Vakgebied(en)
Internationaal belastingrecht / Voorkoming van dubbele belasting
1.
Van de belastingen, genoemd in het tweede lid van dit artikel zijn, met inachtneming van hetgeen is bepaald in de artikelen 36, 37, 38 en 39, vrijgesteld de diplomatieke en consulaire vertegenwoordigingen van andere Mogendheden, met uitzondering van honoraire consulaire vertegenwoordigingen.
2.
De in het eerste lid bedoelde vrijstelling vindt toepassing met betrekking tot:
- a.
de omzetbelasting;
- b.
de motorrijtuigenbelasting;
- c.
de belasting van personenauto's en motorrijwielen;
- d.
de overdrachtsbelasting.
3.
Honoraire consulaire vertegenwoordigingen zijn, met inachtneming van hetgeen is bepaald in de artikelen 36 en 39, vrijgesteld van:
- a.
de omzetbelasting;
- b.
de overdrachtsbelasting.
4.
De vrijstelling van omzetbelasting, bedoeld in dit artikel, wordt slechts verleend onder voorwaarde van wederkerigheid.
5.
De in dit artikel bedoelde vrijstellingen worden verleend aan het hoofd van de diplomatieke of consulaire vertegenwoordiging.