Het deskundigenadvies in de civiele procedure
Einde inhoudsopgave
Het deskundigenadvies in de civiele procedure (R&P nr. 165) 2008/4.3.5.4:4.3.5.4 Inhoud en reikwijdte van het deskundigenonderzoek volgens de opdracht
Het deskundigenadvies in de civiele procedure (R&P nr. 165) 2008/4.3.5.4
4.3.5.4 Inhoud en reikwijdte van het deskundigenonderzoek volgens de opdracht
Documentgegevens:
G. de Groot, datum 20-10-2008
- Datum
20-10-2008
- Auteur
G. de Groot
- JCDI
JCDI:ADS448700:1
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht (V)
Toon alle voetnoten
Voetnoten
Voetnoten
Lysens & Naudts 2005, p. 61 en 63.
Cloquet 1975, nr. 119-120; Lurquin nr. 130.
Cloquet 1975, nr. 88.
Cloquet 1975, nr. 104-105; Lysens & Naudts 2005, p. 39.
Castermans 2004, nr. 369; Cloquet 1975, nr. 100; Lurquin 1985, nr. 132; Maes 2006, p. 238; Vanlersberghe 2000, nr. 10.
Bijv. HvC 12 december 1985, N-19851212-11; HvC 14 september 1992, N-19920914-7; HvC 3 juni 2004, N-20040603-9; HvC 10 november 2006, N-20061110-2. Lysens & Naudts 2005, p. 61.
Castermans 2004, nr. 680 en 686; Cloquet 1975, nr. 121-122; Lurquin 1985, nr. 156.
Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
De uitspraak waarin het deskundigenonderzoek wordt gelast, moet een nauwkeurige omschrijving van de opdracht van de deskundige bevatten (art. 972 lid 1 GW). De rechter moet onder andere de plaats, het voorwerp en de omvang van de opdracht vermelden en tegelijk aan de deskundige de nodige ruimte laten om de punten te behandelen die hij relevant acht en waarvan de relevantie aan partijen en de rechter niet op voorhand duidelijk is.1 Partijen kunnen de rechter van oudsher suggesties voor de opdracht doen.2 Sinds de wetswijziging van 2007 is ook voorzien in inbreng van de deskundige in de opdracht. Na de benoeming van de deskundige vindt een zogenoemde installatievergadering plaats, tenzij de rechter daarvan met instemming van partijen afziet. Bij de installatievergadering verschijnen partijen persoonlijk en wordt de deskundige telefonisch of via een ander telecommunicatiemiddel geraadpleegd, tenzij een partij of de rechter vraagt om verschijning van de deskundige. Na afloop van de installatievergadering past de rechter zonodig de opdracht van de deskundige aan (art. 972 lid 2 GW).
Het deskundigenonderzoek staat in het teken van waarheidsvinding ten aanzien van de feiten waarop het betrekking heeft.3 De opdracht aan de deskundige moet strekken tot feitelijke vaststellingen of een technisch advies waarmee de rechter in staat wordt gesteld een juridisch oordeel te geven. Onder feitelijke vaststelling wordt verstaan dat een feitelijke toestand wordt beschreven, bijvoorbeeld van een voorwerp. De beschrijving kan vergezeld gaan van een oordeel op het vakgebied van de deskundige.4 De rechter mag de deskundige niet vragen naar de gegrondheid van de vordering of naar de juridische kwalificatie van feiten.5 Dit wordt volgens vaste rechtspraak strijdig geacht met de regel dat de rechter zijn rechtsmacht niet mag overdragen (art. 11 lid 1 GW).6
De deskundige is gebonden aan de opdracht. Tot de wetswijziging van 2007 kon een partij de rechter verzoeken de opdracht uit te breiden (art. 974 GW oud) en konden partijen de opdracht van de deskundige ook in onderlinge overeenstemming uitbreiden.7 Sinds 1 september 2007 is aan de rechter een actieve rol tijdens het deskundigenonderzoek toebedeeld. Hij volgt het verloop van het onderzoek, de deskundige vervult de opdracht onder zijn toezicht en hij beslist over alle punten waarover tussen partijen of tussen partijen en de deskundige verschil van mening ontstaat (art. 973 GW). Dit betekent dat de rechter ook wordt geacht te beslissen over een eventuele uitbreiding van de opdracht.