NJ 2014/290
Geen belang bij klacht in cassatie dat een bewijsoverweging in het verkorte arrest is vervangen door een geheel nieuwe bewijsoverweging in de aanvulling.
HR 18-02-2014, ECLI:NL:HR:2014:361, m.nt. P.H.P.H.M.C. van Kempen
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
18 februari 2014
- Magistraten
Mrs. W.A.M van Schendel, H.A.G. Splinter-van Kan, W.F. Groos
- Zaaknummer
12/02511
- Conclusie
A-G mr. A.E. Harteveld
- Noot
P.H.P.H.M.C. van Kempen
- JCDI
JCDI:ADS127860:1
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Rechtsmiddelen
Strafprocesrecht / Tenuitvoerlegging
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
Strafprocesrecht / Voorfase
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2014:361, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 18‑02‑2014
ECLI:NL:PHR:2013:2549, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 17‑12‑2013
Beroepschrift, Hoge Raad, 24‑05‑2013
- Wetingang
Essentie
De enkele omstandigheid dat een bewijsoverweging in het verkorte arrest is vervangen door een geheel nieuwe bewijsoverweging in de aanvulling kan niet tot vernietiging van het bestreden arrest leiden. Bij vernietiging op deze enkele grond heeft de verdachte onvoldoende in rechte te respecteren belang (Vgl. HR 6 november 2012, ECLI:NL:HR:2012:BX8075), nu hij de juistheid en begrijpelijkheid van het oordeel van het hof met betrekking tot de bewezenverklaring in volle omvang aan de HR kan voorleggen.
Partij(en)
Arrest op het beroep in cassatie tegen een arrest van het gerechtshof te Amsterdam van 27 april 2012, nummer ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.