Einde inhoudsopgave
Procesreglement bestuursrecht rechtbanken 2021
Artikel 3.1 Het beroep tegen het niet tijdig nemen of bekendmaken van een besluit (de artikelen 6:2, 6:20 en 8:55b tot en met 8:55f van de Awb)
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2024
- Bronpublicatie:
13-09-2023, Stcrt. 2023, 32442 (uitgifte: 29-12-2023, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-01-2024
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
13-09-2023, Stcrt. 2023, 32442 (uitgifte: 29-12-2023, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Fiscaal procesrecht / Algemeen
Vreemdelingenrecht / Vreemdelingenprocesrecht
Bestuursprocesrecht / Algemeen
1.
Dit artikel is van toepassing indien beroep is ingesteld tegen het niet tijdig nemen van een besluit of bekendmaken van een beschikking van rechtswege.
2.
De bestuursrechter behandelt het beroep versneld met toepassing van artikel 8:52 van de Awb. Dit deelt de griffier partijen mee in de ontvangstbevestiging of de berichtgeving, bedoeld in artikel 2.1. In afwijking van artikel 2.5, eerste lid, nodigt de griffier de indiener uit het griffierecht binnen twee weken te voldoen.
3.
Indien sprake is van een verzuim als bedoeld in artikel 6:6 van de Awb, stelt de bestuursrechter in afwijking van artikel 2.4, eerste lid, de indiener van het beroepschrift in de gelegenheid het verzuim binnen twee weken te herstellen.
4.
In het beroepschrift kan als beroepsgrond worden volstaan met de stelling dat het besluit te laat is genomen.
5.
Bij de berichtgeving, bedoeld in artikel 2.1, tweede lid, verzoekt de bestuursrechter het bestuursorgaan binnen twee weken de op de zaak betrekking hebbende stukken in te zenden en een verweerschrift in te dienen. Het bestuursorgaan deelt in het verweerschrift mee of de beslistermijn is overschreden, en zo ja wanneer een ingebrekestelling is ontvangen en indien niet binnen twee weken het besluit kan worden bekendgemaakt, waarom dat niet kan en wanneer het bestuursorgaan dit besluit wel kan bekendmaken. De bestuursrechter deelt het bestuursorgaan mee dat indien het hieraan niet of niet geheel voldoet, op het beroep wordt beslist op grondslag van de beschikbare stukken.