Einde inhoudsopgave
Alle omstandigheden van het geval (O&R nr. 77) 2013/1.3.1
1.3.1 De aanvullende werking van de redelijkheid en billijkheid
mr. P.T.J. Wolters, datum 01-03-2013
- Datum
01-03-2013
- Auteur
mr. P.T.J. Wolters
- JCDI
JCDI:ADS297282:1
- Vakgebied(en)
Verbintenissenrecht / Algemeen
Voetnoten
Voetnoten
De aanvullende werking van de redelijkheid en billijkheid wordt uitgebreider beschreven in onder andere Maeijer 1991, p. 6-8 en Rijken 1994, p. 21-28 en Asser/ Hartkamp & Sieburgh 2010 (6-III*), nr. 403-409.
Vergelijk Parl. Gesch. Boek 6, p. 921 (T.M.), Rijken 1994, p. 26, Hartkamp 2005, p. 231 en Asser/Hartkamp & Sieburgh 2010 (6-III*), nr. 403.
Zie ook Asser/Maeijer 1997 (2-II), nr. 46.
Dit artikel is, gelet op het woord ‘redelijk’, een in § 1.2.3 beschreven precisering van de redelijkheid en billijkheid.
Zie voor een uitgebreider overzicht bijvoorbeeld Rijken 1994, p. 21-28 of Asser/ Hartkamp & Sieburgh 2010 (6-III*), nr. 403-409.
Zie bijvoorbeeld Art. 6:166 lid 2 BW voor de onderlinge verdeling van de aansprakelijkheid voor onrechtmatige daden in groepsverband. Dit artikel is, gelet op het woord ‘billijkheid’, een in § 1.2.3 beschreven precisering van de redelijkheid en billijkheid. Zie ook HR 16 oktober 1992, NJ 1993, 264 (Bruinsma Tapijt/Schuitmaker), HR 12 januari 2001, NJ 2001, 253 (Vonk Montage/Van der Hoeven) en HR 9 augustus 2002, NJ 2004, 235 (De Bont/Oudenallen Betonbouw).
Zie bijvoorbeeld HR 12 december 2003, NJ 2004, 117, waar een patiënt werd verplicht mee te werken aan een bloedonderzoek.
Zie bijvoorbeeld HR 1 juli 1997, NJ 1997, 685 (Kolkman/Cornelisse), waar de verkoper werd verboden om te concurreren met de verkochte onderneming.
Rb. Almelo 14 april 1926, NJ 1927, 24 (Van Eysselsteijn’s Rijwielindustrie/De Leeuwe), Parl. Gesch. Boek 6, p. 61 (T.M.), Hesselink 1999, p. 246 en Tjittes 2012, p. 97.
Zie bijvoorbeeld HR 23 februari 1923, NJ 1923, 802 (Hofman/Triezenbergh) en Parl. Gesch. Boek 6, p. 61 (T.M.).
Zie bijvoorbeeld HR 5 juni 2009, NJ 2012, 182 (De Treek/Dexia), HR 5 juni 2009, NJ 2012, 183 (Levob/Bolle) en HR 5 juni 2009, NJ 2012, 184 (GeSp/Aegon).
Zie Hesselink 1999, p. 173-273 voor een overzicht van dergelijke plichten in verschillende rechtsstelsels.
Asser/Hartkamp & Sieburgh 2010 (6-III*), nr. 407.
Zie onder andere HR 21 april 1995, NJ 1995, 437 (Kakkenberg/Kakkenberg), Peletier 1999, p. 102 en Asser/Hartkamp & Sieburgh 2010 (6-III*), nr. 408-409. De bevoegdheid kan bijvoorbeeld afhankelijk zijn van een ‘zwaarwegende grond voor opzegging’. Zie § 3.2.
De redelijkheid en billijkheid kan nieuwe rechten en plichten in het leven roepen. Zij kan een rechtsbetrekking aanvullen. Deze functie wordt dan ook de aanvullende werking van de redelijkheid en billijkheid genoemd.1Art. 6:248 lid 1 BW bepaalt dat overeenkomsten niet alleen de overeengekomen rechtsgevolgen hebben, zij hebben ook de rechtsgevolgen die uit de redelijkheid en billijkheid voortvloeien.
De aanvullende werking van de redelijkheid en billijkheid kan ook worden gebaseerd op art. 6:2 lid 1 BW.2 Het artikel verplicht de schuldeiser en schuldenaar om zich te gedragen in overeenstemming met de eisen van de redelijkheid en billijkheid. De redelijkheid en billijkheid eist gedrag dat anders niet vereist zou zijn. Zij vult de rechtsbetrekking op deze manier aan. Art. 2:8 lid 1 BW geeft de aanvullende werking een wettelijke basis in het rechtspersonenrecht.3 De aanvullende werking blijkt ten slotte uit de wettelijke verbijzonderingen van de redelijkheid en billijkheid. Toepassing van art. 7:601 lid 2 BW leidt bijvoorbeeld tot het toekennen van een loon, een aanvullende verplichting.4
De redelijkheid en billijkheid kan een rechtsbetrekking op verschillende manieren aanvullen. Ik geef enkele voorbeelden.5 De aanvullende werking van de redelijkheid en billijkheid kan de aansprakelijkheid van een partij uitbreiden.6 Zij kan een verplichting tot een doen7 of laten8 in het leven roepen. Verder kan zij een bepaalde plicht, zoals een medewerkings-, 9 mededelings-10 of zorgplicht,11 creëren.12 De aanvullende werking kan daarnaast een volmacht of gebruiksrecht doen ontstaan.13 Zij kan ten slotte een opzeggingsbevoegdheid creëren en afhankelijk maken van bepaalde voorwaarden.14