Einde inhoudsopgave
Wapenhandelsverdrag
Aanhef
Geldend
Geldend vanaf 24-12-2014
- Bronpublicatie:
02-04-2013, Trb. 2014, 45 (uitgifte: 25-02-2014, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
24-12-2014
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
09-01-2015, Trb. 2015, 1 (uitgifte: 09-01-2015, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Bijzondere onderwerpen
Verdrag of 2 april 2013
Preambule
De staten die partij zijn bij dit Verdrag,
Geleid door de doelstellingen en beginselen van het Handvest van de Verenigde Naties,
Herinnerend aan artikel 26 van het Handvest van de Verenigde Naties waarmee beoogd wordt de totstandkoming en de handhaving van de internationale vrede en veiligheid te bevorderen op een wijze waarbij een zo gering mogelijk deel van wat de wereld aan mensen en middelen te bieden heeft wordt uitgetrokken voor bewapening,
De noodzaak onderstrepend de illegale handel in conventionele wapens te voorkomen en uit te bannen en de omleiding ervan naar de illegale markt of voor onbevoegd eindgebruik en onbevoegde eindgebruikers te beletten, mede met het oog op het plegen van terroristische daden,
De legitieme veiligheidsbelangen van staten erkennend, alsmede belangen van politieke, economische en commerciële aard ten aanzien van de internationale handel in conventionele wapens,
Opnieuw het soevereine recht van elke Staat bevestigend uitsluitend op zijn grondgebied conventionele wapens te reguleren en hierop toezicht te houden ingevolge zijn eigen rechtsstelsel of constitutionele systeem,
Erkennend dat vrede en veiligheid, ontwikkeling en mensenrechten de pijlers vormen van het systeem van de Verenigde Naties en de basis voor de collectieve veiligheid en erkennend dat ontwikkeling, vrede, veiligheid en mensenrechten met elkaar verbonden zijn en elkaar wederzijds versterken,
In herinnering roepend de Richtlijnen van de Ontwapeningscommissie van de Verenigde Naties voor internationale wapenoverdrachten in het kader van resolutie 46/36H van de Algemene Vergadering van 6 december 1991.
Gelet op de bijdrage via het actieprogramma van de Verenigde Naties ter voorkoming, bestrijding en uitbanning van de illegale handel in handvuurwapens en lichte wapens in al zijn aspecten, alsmede het Protocol tegen de illegale vervaardiging van en handel in vuurwapens, hun onderdelen, componenten en munitie tot aanvulling van het Verdrag van de Verenigde Naties tegen grensoverschrijdende misdaad, alsmede het Internationale Instrument waarmee staten tijdig en op betrouwbare wijze illegale handvuurwapens en lichte wapens kunnen identificeren en traceren,
De gevolgen voor de veiligheid erkennend alsmede de sociale, economische en humanitaire consequenties van de illegale en ongereguleerde handel in conventionele wapens,
Indachtig dat burgers, en vrouwen en kinderen in het bijzonder, het overgrote deel uitmaken van degenen die getroffen worden door gewapende conflicten en gewapend geweld,
Voorts de moeilijkheden onderkennend waarmee slachtoffers van gewapende conflicten geconfronteerd worden en hun behoefte aan toereikende zorg, rehabilitatie en sociale en economische herintegratie,
Benadrukkend dat niets in dit Verdrag staten belet doeltreffende aanvullende maatregelen in stand te houden en aan te nemen die bijdragen aan voorwerp en doel van dit Verdrag,
Gelet op de legitieme handel, de rechtmatige eigendom en gebruik van bepaalde conventionele wapens voor recreatieve, culturele, historische en sportieve activiteiten, voor zover deze handel, de eigendom en het gebruik wettelijk zijn toegestaan of bij wet worden beschermd,
Voorts gelet op de rol die regionale organisaties op verzoek kunnen spelen door staten die partij zijn bij te staan bij de tenuitvoerlegging van dit Verdrag,
De actieve en eigen rol erkennend die het maatschappelijk middenveld, met inbegrip van non-gouvernementele organisaties, en de industriële sector kunnen spelen bij het bevorderen van voorwerp en doel van dit Verdrag en bij het ondersteunen van de tenuitvoerlegging ervan,
Erkennend dat regulering van de internationale handel in conventionele wapens en het voorkomen van de omleiding ervan niet ten koste mogen gaan van de internationale samenwerking en legitieme handel in materieel, uitrusting en technologie voor vreedzame doeleinden,
De wenselijkheid benadrukkend universele aansluiting bij dit Verdrag te verwezenlijken,
Vastberaden volgens de volgende beginselen te werk te gaan:
Beginselen
- —
Het inherente recht van alle staten tot individuele of collectieve zelfverdediging zoals erkend in artikel 51 van het Handvest van de Verenigde Naties;
- —
Het langs vreedzame weg tot een oplossing brengen van internationale geschillen, op zodanige wijze dat de internationale vrede en veiligheid en de gerechtigheid niet in gevaar worden gebracht, overeenkomstig artikel 2, derde lid, van het Handvest van de Verenigde Naties;
- —
Het zich onthouden in hun internationale betrekkingen van bedreiging met of het gebruik van geweld tegen de territoriale integriteit of de politieke onafhankelijkheid van een staat, en van elke andere handelswijze die onverenigbaar is met de doelstellingen van de Verenigde Naties, overeenkomstig artikel 2, vierde lid, van het Handvest van de Verenigde Naties;
- —
Niet-inmenging in aangelegenheden die wezenlijk onder de nationale rechtsmacht van een staat vallen, overeenkomstig artikel 2, zevende lid, van het Handvest van de Verenigde Naties;
- —
Het humanitair oorlogsrecht te eerbiedigen en te doen eerbiedigen in overeenstemming met, onder andere, de Verdragen van Genève van 1949 en de rechten van de mens, te eerbiedigen en te doen eerbiedigen in overeenstemming met, onder andere, het Handvest van de Verenigde Naties en de Universele Verklaring van de rechten van de mens;
- —
De verantwoordelijkheid van alle staten om in overeenstemming met hun onderscheiden internationale verplichtingen de internationale handel in conventionele wapens doeltreffend te reguleren en de omleiding ervan te voorkomen, alsmede de primaire verantwoordelijkheid van alle staten tot het instellen en ten uitvoer leggen van hun onderscheiden nationale controlesystemen;
- —
Eerbiediging van de legitieme belangen van staten om conventionele wapens te verwerven voor de uitoefening van hun recht op zelfverdediging en voor vredesoperaties en om conventionele wapens te produceren, uit te voeren, in te voeren en over te dragen;
- —
Dit Verdrag op consistente, onpartijdige en niet-discriminerende wijze ten uitvoer te leggen.
Zijn het volgende overeengekomen:
Verdragpartijgroep