Einde inhoudsopgave
Associatieovereenkomst tussen de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie en hun lidstaten, enerzijds, en de Republiek Moldavië, anderzijds
Artikel 368 Biologische diversiteit
Geldend
Geldend vanaf 01-07-2016
- Bronpublicatie:
27-06-2014, Trb. 2014, 207 (uitgifte: 26-11-2014, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-07-2016
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
28-06-2016, Trb. 2016, 89 (uitgifte: 28-06-2016, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Vrij verkeer
EU-recht / Marktintegratie
Internationaal publiekrecht / Algemeen
1.
De partijen erkennen dat het van belang is zorg te dragen voor de instandhouding en het duurzame gebruik van biologische diversiteit als hoofdelement voor het bereiken van duurzame ontwikkeling, en herbevestigen hun verbintenis tot instandhouding en duurzaam gebruik van biologische diversiteit uit hoofde van het Verdrag inzake biologische diversiteit en andere relevante internationale instrumenten waarbij zij partij zijn.
2.
Daartoe verbinden de partijen zich ertoe:
- a)
de handel in op natuurlijke hulpbronnen gebaseerde producten die zijn verkregen door een duurzaam gebruik van biologische hulpbronnen te bevorderen en bij te dragen tot de instandhouding van de biodiversiteit;
- b)
informatie uit te wisselen over activiteiten inzake de handel in op natuurlijke hulpbronnen gebaseerde producten die erop gericht zijn het biodiversiteitsverlies een halt toe te roepen en de druk op de biodiversiteit te verminderen, en, in voorkomend geval, samen te werken om het effect van hun respectieve beleidsmaatregelen te optimaliseren en de wederzijdse ondersteuning daarvan te waarborgen;
- c)
te bevorderen dat soorten waarvan de staat van instandhouding bedreigd wordt geacht, worden opgenomen in de Overeenkomst inzake de internationale handel in bedreigde in het wild levende dier- en plantensoorten (Cites), en
- d)
op regionaal en mondiaal niveau samen te werken met het oog op de bevordering van de instandhouding en het duurzame gebruik van biologische diversiteit in natuurlijke of agrarische ecosystemen, met inbegrip van bedreigde soorten en hun habitat, speciaal beschermde natuurgebieden en genetische diversiteit, het herstel van de ecosystemen en de eliminatie of de vermindering van de negatieve milieueffecten als gevolg van het gebruik van levende en niet-levende natuurlijke hulpbronnen of van ecosystemen.