Einde inhoudsopgave
Associatieovereenkomst tussen de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie en hun lidstaten, enerzijds, en de Republiek Moldavië, anderzijds
Artikel 367 Handel en investeringen ter bevordering van duurzame ontwikkeling
Geldend
Geldend vanaf 01-07-2016
- Bronpublicatie:
27-06-2014, Trb. 2014, 207 (uitgifte: 26-11-2014, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-07-2016
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
28-06-2016, Trb. 2016, 89 (uitgifte: 28-06-2016, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Vrij verkeer
EU-recht / Marktintegratie
Internationaal publiekrecht / Algemeen
De partijen herbevestigen hun verbintenis om de bijdrage van de handel aan de doelstelling van duurzame ontwikkeling in economisch, sociaal en ecologisch opzicht te versterken. Dienovereenkomstig:
- a)
erkennen zij het positieve effect dat fundamentele arbeidsnormen en fatsoenlijk werk op economische efficiëntie, innovatie en productiviteit kunnen hebben, en zetten zij zich in voor een grotere politieke coherentie tussen het handelsbeleid enerzijds en het arbeidsbeleid anderzijds;
- b)
streven zij ernaar de handel en de investeringen in milieugoederen en -diensten te vergemakkelijken en te bevorderen, onder meer door de aanpak van niet-tarifaire belemmeringen ter zake;
- c)
streven zij ernaar het wegnemen van handels- en investeringsbelemmeringen met betrekking tot goederen en diensten die van bijzonder belang zijn voor de vermindering van de gevolgen van klimaatverandering, zoals duurzame hernieuwbare energie en energiezuinige producten en diensten, te vergemakkelijken, onder meer door de vaststelling van beleidskaders die bevorderlijk zijn voor de toepassing van de beste beschikbare technologieën en door de bevordering van normen die aan de ecologische en economische behoeften beantwoorden en die de technische handelsbelemmeringen tot een minimum terugdringen;
- d)
komen zij overeen de handel in goederen die bijdragen tot betere sociale voorwaarden en milieuvriendelijker praktijken, waaronder producten die onder vrijwillige duurzaamheidsregelingen vallen, zoals programma's voor eerlijke en ethische handel, milieukeurmerken en certificeringsregelingen voor op natuurlijke hulpbronnen gebaseerde producten, te bevorderen;
- e)
komen zij overeen maatschappelijk verantwoord ondernemen te bevorderen, onder meer door de uitwisseling van informatie en van beste praktijken. In dat verband beroepen zij zich op de internationaal erkende beginselen en richtsnoeren ter zake, zoals de OESO-richtsnoeren voor multinationale ondernemingen, het ‘Global Compact’-initiatief van de Verenigde Naties en de Tripartiete beginselverklaring van de ILO betreffende multinationale ondernemingen en sociaal beleid.