Einde inhoudsopgave
Invoeringswet van de wet materiële belastingbepalingen Gemeentewet
Artikel XV Overgangsrecht
Geldend
Geldend vanaf 01-01-1995
- Bronpublicatie:
27-04-1994, Stb. 1994, 420 (uitgifte: 23-06-1994, kamerstukken: Staten-Generaal Digitaal: 23217 Overheid.nl: 23217)
- Inwerkingtreding
01-01-1995
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
27-04-1994, Stb. 1994, 420 (uitgifte: 23-06-1994, kamerstukken: Staten-Generaal Digitaal: 23217Overheid.nl: 23217)
- Vakgebied(en)
Belastingen van lagere overheden (V)
1.
De besluiten inzake gemeentelijke belastingverordeningen als bedoeld in artikel 216, die algemeen verbindende voorschriften bevatten waarvan de inhoud in strijd is met deze wet, moeten uiterlijk twee jaren na de datum van inwerkingtreding van deze wet daarmee in overeenstemming zijn gebracht of ingetrokken. De besluiten, of onderdelen daarvan, die op het in de eerste volzin genoemde tijdstip niet met deze wet in overeenstemming zijn gebracht of zijn ingetrokken, zijn van rechtswege vervallen.
2.
In afwijking van het eerste lid vervallen de besluiten inzake gemeentelijke verordeningen betreffende onroerende-zaakbelastingen, ingeval die belastingen naar de grondslag oppervlakte worden geheven, van rechtswege bij het verstrijken van een termijn van vijf jaar na de datum van inwerkingtreding van deze wet.
3.
In afwijking van het eerste lid vervallen de besluiten inzake gemeentelijke belastingverordeningen als bedoeld in de artikelen 221 en 222 van de Gemeentewet, zoals deze luidden voor inwerkingtreding van deze wet, bij het verstrijken van de termijn die daarvoor in de desbetreffende belastingverordening is gesteld.
4.
In afwijking van het eerste lid vervallen de besluiten inzake gemeentelijke belastingverordeningen als bedoeld in de artikelen 273a en 274 van de gemeentewet bij het verstrijken van de termijn die daarvoor in de desbetreffende belastingverordening is gesteld.
5.
In afwijking van het eerste lid vervallen de besluiten inzake gemeentelijke belastingverordeningen als bedoeld in artikel 280 van de gemeentewet, zoals dit luidde voor de inwerkingtreding van de wet van 24 december 1970 tot wijziging van de bepalingen inzake gemeentelijke en provinciale belastingen, waarvan de heffing tot een bepaalde termijn is beperkt en waarvoor de mogelijkheid tot afkoop is gegeven, bij het verstrijken van de termijn die daarvoor in de desbetreffende belastingverordening is gesteld.