Einde inhoudsopgave
Invoeringswet van de wet materiële belastingbepalingen Gemeentewet
Aanhef
Geldend
Geldend vanaf 17-05-1995
- Bronpublicatie:
26-04-1995, Stb. 1995, 250 (uitgifte: 01-01-1995, kamerstukken: Staten-Generaal Digitaal: 23780 Overheid.nl: 23780)
- Inwerkingtreding
17-05-1995
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
26-04-1995, Stb. 1995, 250 (uitgifte: 01-01-1995, kamerstukken: Staten-Generaal Digitaal: 23780Overheid.nl: 23780)
- Vakgebied(en)
Belastingen van lagere overheden (V)
Wet van 27 april 1994, houdende invoering en wijziging van de wet tot wijziging van de Gemeentewet met betrekking tot de materiële belastingbepalingen, van de Gemeentewet en van een aantal andere wetten met het oog op de wijziging van de Gemeentewet met betrekking tot de materiële belastingbepalingen
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het met het oog op de wijziging van de materiële belastingbepalingen in de Gemeentewet wenselijk is de bepalingen van die wet te wijzigen, een aantal wetten met de Gemeentewet in overeenstemming te brengen, en het tijdstip waarop deze wijzigingen in werking treden, vast te stellen;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze: