Einde inhoudsopgave
Verdrag inzake de verkrijging van bewijs in het buitenland in burgerlijke en in handelszaken
Artikel 16 [Onderzoekshandelingen door diplomatiek of consulair ambtenaar]
Geldend
Geldend vanaf 07-10-1972
- Bronpublicatie:
18-03-1970, Trb. 1979, 38 (uitgifte: 06-03-1979, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
07-10-1972
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
18-03-1970, Trb. 1979, 38 (uitgifte: 06-03-1979, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Bewijs
Internationaal privaatrecht / Bijzondere onderwerpen
1.
Een diplomatieke of consulaire ambtenaar van een Verdragsluitende Staat kan bovendien op het gebied van een andere Verdragsluitende Staat, binnen het ressort waar hij zijn functie uitoefent, zonder dwang onderzoekshandelingen verrichten waarbij onderdanen van de Staat waar hij zijn functie uitoefent of onderdanen van derde Staten zijn betrokken, ten behoeve van een zaak die aanhangig is voor een gerecht van een Staat die hij vertegenwoordigt:
- a)
indien een bevoegde autoriteit welke is aangewezen door de Staat waar de ambtenaar zijn functies verricht daartoe verlof heeft verleend, hetzij in het algemeen, hetzij voor ieder geval afzonderlijk, en
- b)
indien hij de voorwaarden die de bevoegde autoriteit bij dat verlof heeft gesteld naleeft.
2.
Elke Verdragsluitende Staat kan verklaren dat de hierboven bedoelde onderzoekshandelingen zonder zijn voorafgaand verlof mogen worden verricht.