Verdrag inzake de verkrijging van bewijs in het buitenland in burgerlijke en in handelszaken
Einde inhoudsopgave
Verdrag inzake de verkrijging van bewijs in het buitenland in burgerlijke en in handelszaken:Artikel 22 [Herhaling rogatoire commissie na mislukking]
Verdrag inzake de verkrijging van bewijs in het buitenland in burgerlijke en in handelszaken
Artikel 22 [Herhaling rogatoire commissie na mislukking]
Geldend
Documentgegevens:
Geldend vanaf 07-10-1972
- Bronpublicatie:
18-03-1970, Trb. 1979, 38 (uitgifte: 06-03-1979, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
07-10-1972
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
18-03-1970, Trb. 1979, 38 (uitgifte: 06-03-1979, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Bewijs
Internationaal privaatrecht / Bijzondere onderwerpen
De omstandigheid dat een onderzoekshandeling niet kon worden verricht overeenkomstig de bepalingen van het onderhavige hoofdstuk doordat een persoon geweigerd heeft er aan mede te werken, belet niet dat een rogatoire commissie voor dezelfde handeling later wordt verzocht overeenkomstig het eerste hoofdstuk.
Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.