Einde inhoudsopgave
Verdrag inzake de verkrijging van bewijs in het buitenland in burgerlijke en in handelszaken
Artikel 21 [Bevoegdheden en verplichtingen van onderzoeksfunctionaris]
Geldend
Geldend vanaf 07-10-1972
- Bronpublicatie:
18-03-1970, Trb. 1979, 38 (uitgifte: 06-03-1979, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
07-10-1972
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
18-03-1970, Trb. 1979, 38 (uitgifte: 06-03-1979, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Bewijs
Internationaal privaatrecht / Bijzondere onderwerpen
Wanneer een diplomatieke of consulaire ambtenaar of een commissaris bevoegd is of verlof heeft gekregen om een onderzoekshandeling te verrichten ingevolge de artikelen 15, 16 of 17:
- a)
kan hij alle onderzoekshandelingen verrichten welke niet onverenigbaar zijn met de wet van de Staat waar de uitvoering geschiedt, of die niet in strijd is met het op grond van de evenvermelde artikelen verleend verlof en kan hij binnen dezelfde grenzen een verklaring onder ede of onder belofte voor zich doen afleggen;
- b)
moet, tenzij de bij de onderzoekshandeling betrokken persoon onderdaan is van de Staat waar de procedure aanhangig is, iedere oproep om te verschijnen of om mede te werken aan een onderzoekshandeling zijn gesteld in de taal van de plaats waar de onderzoekshandeling wordt verricht, of vergezeld zijn van een vertaling in die taal;
- c)
vermeldt de oproep dat de betrokkene zich kan doen bijstaan door een raadsman en, in elke Staat die niet een verklaring als bedoeld in artikel 18 heeft afgelegd, dat hij niet is gehouden om te verschijnen of mede te werken aan de onderzoekshandeling;
- d)
kan de onderzoekshandeling worden verricht met inachtneming van de vormen die zijn voorgeschreven door de wet van het gerecht waar de procedure aanhangig is, mits deze vormen niet zijn verboden door de wet van de Staat waar de uitvoering geschiedt;
- e)
kan de persoon op wie de onderzoekshandeling betrekking heeft zich beroepen op een recht van verschoning of een verbod als bedoeld in artikel 11.