NJB 2019/1081
Beantwoording door Hoge Raad van prejudiciële vragen rechtbank Zeeland-West-Brabant in verband met de regeling voor naheffing bij gebruik maken van de weg met een motorrijtuig met buitenlands kenteken. Berekeningsvoorschrift hoogte mrb houdt geen schending van het verbod van (indirecte) discriminatie naar nationaliteit in. Bewijsvermoeden proportioneel. Wel is een berekening over een periode langer dan vijf jaar disproportioneel
HR 05-04-2019, ECLI:NL:HR:2019:483
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
5 april 2019
- Magistraten
Mrs. Koopman, Punt, Fierstra, Van Hilten en Faase
- Zaaknummer
18/02987
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Verkeersrecht / Kentekens en kentekenbewijzen
Fiscaal procesrecht / Beroepsfase
Fiscaal procesrecht / Bewijs
Belastingheffing van motorrijtuigen / Motorrijtuigenbelasting
Europees belastingrecht / Discriminatie
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2019:483, Uitspraak, Hoge Raad, 05‑04‑2019
ECLI:NL:PHR:2018:1289, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 15‑11‑2018
- Wetingang
Essentie
Beantwoording door Hoge Raad van prejudiciële vragen rechtbank Zeeland-West-Brabant in verband met de regeling voor naheffing bij gebruik maken van de weg met een motorrijtuig met buitenlands kenteken. Berekeningsvoorschrift hoogte mrb houdt geen schending van het verbod van (indirecte) discriminatie naar nationaliteit in. Bewijsvermoeden proportioneel. Wel is een berekening over een periode langer dan vijf jaar disproportioneel
Uitspraak
Hoge Raad, onder meer:
‘3. Uitgangspunten
3.1.1.
Belanghebbende staat vanaf 9 september 2010 ingeschreven als ingezetene van Nederland in de basisregistratie personen (hierna: de BRP). Hij heeft niet de Nederlandse nationaliteit.
3.1.2.
Op 12 mei 2016 is geconstateerd dat ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.