Einde inhoudsopgave
Verordening (EU) nr. 575/2013 betreffende prudentiële vereisten voor kredietinstellingen en tot wijziging van Verordening (EU) nr. 648/2012
Artikel 396 Naleving van de vereisten inzake grote risicoblootstellingen
Geldend
Geldend vanaf 27-06-2019
- Redactionele toelichting
De wijziging betreffende lid 3 wordt toegepast vanaf 27-06-2019 en de wijziging betreffende lid 1 wordt toegepast vanaf 28-06-2021.
- Bronpublicatie:
20-05-2019, PbEU 2019, L 150 (uitgifte: 07-06-2019, regelingnummer: 2019/876)
- Inwerkingtreding
27-06-2019
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
20-05-2019, PbEU 2019, L 150 (uitgifte: 07-06-2019, regelingnummer: 2019/876)
- Vakgebied(en)
Financieel recht / Bank- en effectenrecht
Financieel recht / Financieel toezicht (juridisch)
1.
Indien blootstellingen, in een uitzonderlijk geval, de artikel 395, lid 1, bedoelde limiet toch overschrijden, rapporteert de instelling de waarde van de blootstelling onverwijld aan de bevoegde autoriteiten; indien de omstandigheden zulks rechtvaardigen, kunnen die bevoegde autoriteiten de instelling een beperkte termijn toestaan om de limiet alsnog na te leven.
Indien het in artikel 395, lid 1, bedoelde bedrag van 150 miljoen EUR van toepassing is, kunnen de bevoegde autoriteiten per geval toestaan dat de limiet van 100 % van het tier 1-kapitaal van de instelling wordt overschreden.
Indien een bevoegde autoriteit in de in de eerste en de tweede alinea van dit lid bedoelde uitzonderlijke gevallen een instelling toestaat de in artikel 395, lid 1, genoemde limiet gedurende een periode van meer dan 3 maanden te overschrijden, dient de instelling ten genoegen van de bevoegde autoriteit een plan voor een spoedige terugkeer naar naleving van die limiet in en voert zij dat plan uit binnen de termijn die met de bevoegde autoriteit is overeengekomen. De bevoegde autoriteit monitort de uitvoering van het plan en verlangt in voorkomend geval een spoedigere terugkeer naar naleving van de limiet.
2.
Indien de naleving door een instelling, op individuele of gesubconsolideerde basis, van de uit hoofde van dit deel opgelegde verplichtingen krachtens artikel 7, lid 1, niet van toepassing is of als de bepalingen van artikel 9 van toepassing zijn in het geval van moederondernemingen in een lidstaat, worden er maatregelen genomen om te zorgen voor een bevredigende toewijzing van de risico's binnen de groep.
3.
Voor de toepassing van lid 1 vaardigt de EBA overeenkomstig artikel 16 van Verordening (EU) nr. 1093/2010 richtsnoeren uit tot nadere bepaling van de wijze waarop de bevoegde autoriteiten het volgende kunnen vaststellen:
- a)
de in lid 1 van dit artikel bedoelde uitzonderlijke gevallen;
- b)
de termijn die passend wordt geacht voor het weer naleven van de limiet;
- c)
de te nemen maatregelen om de spoedige terugkeer naar naleving van de limiet door de instelling te verzekeren.