Einde inhoudsopgave
Regeling voertuigen
Artikel 5.8.48 [Uitwendige veiligheid]
Geldend
Geldend van 05-01-2021 tot 01-01-2025. Let op: treedt met terugwerkende kracht in werking vanaf 01-01-2021
- Bronpublicatie:
30-12-2020, Stcrt. 2021, 568 (uitgifte: 04-01-2021, regelingnummer: IENW/BSK-2020/143233)
- Inwerkingtreding
05-01-2021, terugwerkend tot: 01-01-2021
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
30-12-2020, Stcrt. 2021, 568 (uitgifte: 04-01-2021, regelingnummer: IENW/BSK-2020/143233)
- Vakgebied(en)
Verkeersrecht / Voertuigeisen
Vervoersrecht / Bijzondere onderwerpen
Eisen | Wijze van keuren | |
---|---|---|
1. | Landbouw- of bosbouwtrekkers mogen geen scherpe delen hebben die in geval van botsing gevaar voor lichamelijk letsel voor andere weggebruikers kunnen opleveren. | Leden 1 en 2: visuele controle. |
2. | Onverminderd het bepaalde in het eerste lid, moeten uitstekende delen van landbouw- of bosbouwtrekkers die in geval van botsing het gevaar voor lichamelijk letsel voor andere weggebruikers aanzienlijk kunnen vergroten, zijn afgeschermd. | |
3. | Het eerste en tweede lid zijn niet van toepassing op voertuigdelen die zich hoger dan 2,00 m boven het wegdek bevinden. | Visuele controle; in geval van twijfel wordt gemeten. |
4. | De wielen onderscheidenlijk banden van landbouw- of bosbouwtrekkers met een maximumconstructiesnelheid van meer dan 40 km/h, moeten aan de bovenzijde voor ten minste twee derde deel van de totale breedte van de banden zijn afgeschermd en mogen niet aanlopen, onverminderd het bepaalde in artikel 5.18.32a, derde lid. | Leden 4 en 5: visuele controle. |
5. | Geen deel van de buitenzijde van de landbouw- of bosbouwtrekker mag zodanig zijn bevestigd, beschadigd, versleten of door corrosie zijn aangetast, dat gevaar bestaat voor losraken. |