NJ 2016/293
Intrekken appel dan wel het niet langer handhaven van de bezwaren is na verwijzing door de HR niet mogelijk.
HR 21-06-2016, ECLI:NL:HR:2016:1236
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
21 juni 2016
- Magistraten
Mrs. A.J.A. van Dorst, J. de Hullu, E.S.G.N.A.I. van de Griend
- Zaaknummer
15/00653
- Conclusie
A-G mr. T.N.B.M. Spronken
- Noot
Red. Aant.
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS124180:1
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Rechtsmiddelen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2016:1236, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 21‑06‑2016
ECLI:NL:PHR:2016:508, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 19‑04‑2016
Beroepschrift, Hoge Raad, 06‑08‑2015
- Wetingang
Art. 416 lid 2, lid 3, 453, 454 Sv
Essentie
Na een geslaagd cassatieberoep met (gedeeltelijke) vernietiging en verwijzing door de HR kan verdachte zijn hoger beroep niet meer intrekken. Ook de regel dat het na de aanvang van de behandeling van het hoger beroep niet handhaven van de bezwaren onder omstandigheden kan leiden tot toepassing van art. 416 lid 2 en lid 3 Sv geldt niet bij voortzetting van het hoger beroep na een geslaagd cassatieberoep. ’s Hofs kennelijke oordeel dat verdachte zijn hoger beroep niet meer kon intrekken na het (deels) geslaagde cassatieberoep is dus juist. Hetzelfde geldt voor zijn kennelijke oordeel dat ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.