Einde inhoudsopgave
Wetboek van Strafvordering
Artikel 454 [Verklaring ter griffie]
Geldend
Geldend vanaf 01-06-1999
- Bronpublicatie:
19-04-1999, Stb. 1999, 194 (uitgifte: 01-01-1999, kamerstukken: 25392)
- Inwerkingtreding
01-06-1999
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
19-05-1999, Stb. 1999, 198 (uitgifte: 01-01-1999, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Rechtsmiddelen
1.
Intrekking en afstand geschieden door eene verklaring, af te leggen op de griffie van het gerecht door of bij hetwelk de beslissing is gegeven of de handeling is verricht.
2.
In het geval van artikel 453, tweede lid, wordt de verklaring afgelegd op de griffie van het gerechtshof. De griffier van het gerechtshof doet hiervan mededeling aan de griffier van het gerecht, bedoeld in het eerste lid.
3.
De artikelen 450 en 451 zijn van overeenkomstige toepassing.
4.
Intrekking en afstand kunnen door degene die is ingesloten in een van de in artikel 451a, eerste lid, genoemde gestichten ook geschieden door middel van een schriftelijke verklaring die hij doet toekomen aan het hoofd van het gesticht; artikel 451a, tweede, derde, en vierde lid, is van overeenkomstige toepassing.
5.
Met betrekking tot de intrekking en afstand van het hoger beroep, ingesteld door een getuige op de voet van het bepaalde in artikel 226b, tweede lid, is artikel 451b van overeenkomstige toepassing.