Verordening op de advocatuur
Einde inhoudsopgave
Verordening op de advocatuur:Artikel 4.10 Weigering nieuw verzoek tot afgifte van een verklaring ten behoeve van de voorwaardelijke aantekening ‘advocaat bij de Hoge Raad’ in burgerlijke zaken
Verordening op de advocatuur
Artikel 4.10 Weigering nieuw verzoek tot afgifte van een verklaring ten behoeve van de voorwaardelijke aantekening ‘advocaat bij de Hoge Raad’ in burgerlijke zaken
Geldend
Documentgegevens:
Geldend vanaf 01-02-2020
- Bronpublicatie:
10-12-2019, Stcrt. 2019, 70397 (uitgifte: 31-12-2019, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-02-2020
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
10-12-2019, Stcrt. 2019, 70397 (uitgifte: 31-12-2019, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Juridische beroepen / Advocaat
De algemene raad kan een verzoek als bedoeld in artikel 4.9, eerste lid, afwijzen, indien het verzoek wordt ingediend binnen drie jaar:
- a.
nadat de proeve van bekwaamheid, bedoeld in artikel 4.11, eerste lid, al dan niet na herkansing, niet met goed gevolg is afgelegd; of
- b.
na het doorhalen van de aantekening ‘advocaat bij de Hoge Raad’ in burgerlijke zaken.
Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.