Einde inhoudsopgave
Regeling voertuigen
Artikel 5.2.72
Geldend
Geldend vanaf 15-10-2020
- Bronpublicatie:
13-10-2020, Stcrt. 2020, 52021 (uitgifte: 14-10-2020, regelingnummer: IENW/BSK-2020/145681)
- Inwerkingtreding
15-10-2020
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
13-10-2020, Stcrt. 2020, 52021 (uitgifte: 14-10-2020, regelingnummer: IENW/BSK-2020/145681)
- Vakgebied(en)
Verkeersrecht / Voertuigeisen
Vervoersrecht / Bijzondere onderwerpen
Eisen | Wijze van keuren | |
---|---|---|
1. | Een personenauto mag niet zijn voorzien van een afscherming in de lengterichting tussen de zitplaatsen. | Visuele controle. Aan deze eis wordt niet getoetst tijdens de periodieke keuring ten behoeve van de afgifte van een keuringsrapport. |
2. | In afwijking van het eerste lid mag een personenauto die is voorzien van een afzonderlijk bestuurdergedeelte waarbij direct naast de bestuurderszitplaats geen zitplaats voor passagiers aanwezig is, zijn voorzien van een afscherming in de lengterichting, mits de afscherming voldoet aan het gestelde in artikel 5.3a.72, derde tot en met achtste lid. | De wijze van keuren, bedoeld in artikel 5.3a.72, derde tot en met achtste lid. Aan deze eis wordt niet getoetst tijdens de periodieke keuring ten behoeve van de afgifte van een keuringsrapport. |
3. | Indien de personenauto is voorzien van een afscherming tussen de zitrijen, moet de afscherming voldoen aan de in het vierde tot en met negende lid gestelde eisen. | - |
4. | De afscherming is gemaakt van een goedgekeurd materiaal of een gelijkwaardig en slagvast materiaal, niet zijnde acrylaat. In afwijking hiervan mag de afscherming zijn gemaakt van goed opgespannen, soepel, transparant gordijn van kunststof. | Visuele controle, waarbij gecontroleerd wordt of de afscherming, niet zijnde het transparante gordijn van kunststof, is voorzien van een E- of e-keurmerk, dan wel dat uit documentatie van de fabrikant van de afscherming blijkt dat de afscherming voldoet. Aan deze eis wordt niet getoetst tijdens de periodieke keuring ten behoeve van de afgifte van een keuringsrapport. |
5. | De afscherming is deugdelijk bevestigd. | Leden 5 tot en met 9: visuele controle. Aan deze eis wordt niet getoetst tijdens de periodieke keuring ten behoeve van de afgifte van een keuringsrapport. |
6. | De afscherming is zodanig geplaatst, dat de goede werking van de aanwezige veiligheidssystemen is gewaarborgd. | |
7. | De afscherming mag geen scherpe delen hebben die in geval van een botsing gevaar voor lichamelijk letsel voor de inzittenden kan opleveren. | |
8. | De afscherming mag de doorgang naar de deuren en nooduitgangen niet belemmeren. | |
9. | In afwijking van het bepaalde in artikel 5.2.45, eerste tot en met het vierde lid, moeten personenauto’s met een afscherming tussen de zitrijen zijn voorzien van een linker- en een rechterbuitenspiegel. |