Einde inhoudsopgave
RvdW 2012/291
Dwangsomveroordeling. Vordering tot opheffing op de voet van art. 611d Rv. Art. 81 RO.
HR 10-02-2012, ECLI:NL:HR:2012:BU9856
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
10 februari 2012
- Magistraten
Mrs. A.M.J. van Buchem-Spapens, M.A. Loth, G. Snijders
- Zaaknummer
10/04342
- Conclusie
A-G Wesseling-van Gent
- LJN
BU9856
- Vakgebied(en)
Inkomstenbelasting / Vermogensrendementsheffing (box 3)
Burgerlijk procesrecht / Cassatie
Erfrecht / Gevolgen erfopvolging
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2012:BU9856, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 10‑02‑2012
ECLI:NL:PHR:2012:BU9856, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 16‑12‑2011
Essentie
Dwangsomveroordeling. Vordering tot opheffing op de voet van art. 611d Rv. Art. 81 RO.
Partij(en)
[Eiseres], te [woonplaats], eiseres tot cassatie, adv.: mr. P.J.L.J. Duijsens,
tegen
[Verweerster], te [woonplaats], verweerster in cassatie, niet verschenen.
Conclusie
Conclusie A-G mr. Wesseling-van Gent:
1. Feiten1. en procesverloop2.
1.1
Eiseres tot cassatie, [eiseres], is met [betrokkene 1] (hierna te noemen: erflater), buiten gemeenschap van goederen gehuwd geweest. Erflater, die de vader is van verweerster in cassatie, [verweerster], is op 1 april 2005 overleden.
[Verweerster] en haar broer zijn enig erfgenaam van erflater.
1.2
Bij testament is ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.