RAV 2010/64
Medische aansprakelijkheid. Niet goed uitgevoerde abortus. Heeft de beslissing van de vrouw om de zwangerschap niet (nogmaals) af te breken gevolgen voor het causaal verband?
HR 16-04-2010, ECLI:NL:PHR:2010:BL2229
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
16 april 2010
- Magistraten
Mrs. J.B. Fleers, O. de Savornin Lohman, A. Hammerstein, F.B. Bakels, W.D.H. Asser
- Zaaknummer
09/00417
- Conclusie
A-G Spier
- LJN
BL2229
- JCDI
JCDI:ADS874503:1
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Vermogensrecht / Rechtsvorderingen
Burgerlijk procesrecht / Beslag en executie
Verbintenissenrecht / Aansprakelijkheid
Verbintenissenrecht / Onrechtmatige daad
Verbintenissenrecht / Overeenkomst
Verzekeringsrecht / Schadeverzekering
Verbintenissenrecht / Schadevergoeding
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2010:BL2229, Uitspraak, Hoge Raad, 16‑04‑2010
ECLI:NL:PHR:2010:BL2229, Conclusie, Hoge Raad (Parket), 16‑04‑2010
Beroepschrift, Hoge Raad, 30‑12‑2008
- Wetingang
BW art. 3:317, 6:162, 7:453, 462; Rvart. 612
Essentie
Medische aansprakelijkheid. Verjaring. Causaal verband. Schadevergoeding.
Kan verjaring worden gestuit door een brief gericht aan de aansprakelijkheidsverzekeraar van het ziekenhuis? Heeft de beslissing om de zwangerschap niet (nogmaals) af te breken gevolgen voor het causaal verband? Moet de rechter in de hoofdzaak de toerekeningsvraag overlaten aan de rechter in de schadestaatprocedure?
Samenvatting
Op 14 januari 1998 wendde een vrouw zich tot een gynaecoloog verbonden aan het Bovenij Ziekenhuis in verband met de afbreking van haar zwangerschap die toen 6 weken en 4 dagen was gevorderd. Op 30 januari 1998 is een vacuümcurettage uitgevoerd. Bij ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.