Het voorlopig getuigenverhoor
Einde inhoudsopgave
Het voorlopig getuigenverhoor (BPP nr. XVII) 2015/403:403 Toewijsbaarheid van de vordering in de hoofdzaak
Het voorlopig getuigenverhoor (BPP nr. XVII) 2015/403
403 Toewijsbaarheid van de vordering in de hoofdzaak
Documentgegevens:
Mr. E.F. Groot, datum 01-01-2015
- Datum
01-01-2015
- Auteur
Mr. E.F. Groot
- JCDI
JCDI:ADS457035:1
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Bewijs
Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
De toewijsbaarheid van de vordering in de hoofdzaak ligt in een voorlopig getuigenverhoor niet ter toetsing voor; een onderzoek naar de toewijsbaarheid van de vordering in de hoofdzaak dient te worden gedaan door de rechter die de hoofdzaak moet behandelen en beslissen.
De haalbaarheid van de vordering in de hoofdzaak speelt wel een rol bij de beoordeling van het verzoek tot het bevelen van een voorlopig getuigenverhoor, omdat de rechter bij de beoordeling van de afwijzingsgronden wel de haalbaarheid van de vordering in de hoofdzaak mag meenemen. De rechter mag slechts binnen de kaders van de afwijzingsgronden de toewijsbaarheid van de vordering in de hoofdzaak beoordelen en niet op de stoel van de rechter in de hoofdzaak gaan zitten. De rechter mag de haalbaarheid van de vordering in de hoofdzaak slechts marginaal toetsen, waardoor slechts de op voorhand zeer zwakke of zeer sterke vordering relevant zijn voor de afwijzing dan wel toewijzing van een voorlopig getuigenverhoor. In de meeste gevallen is informatieverzameling ten behoeve van een plausibel klinkende vordering de inzet van een voorlopig getuigenverhoor en de toewijsbaarheid van die vordering is dan van geen gewicht.