Einde inhoudsopgave
Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek
Artikel 12.3 Bestuursorganen academisch ziekenhuis, afbakening bevoegdheden raad van bestuur en raad van toezicht
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2000
- Redactionele toelichting
Tekstplaatsing met aanpassing van de spelling.
- Bronpublicatie:
10-01-2000, Stb. 2000, 11 (uitgifte: 01-01-2000, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-01-2000
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
10-01-2000, Stb. 2000, 11 (uitgifte: 01-01-2000, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij
- Vakgebied(en)
Onderwijsrecht / Hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek
1.
De bestuursorganen van het academisch ziekenhuis zijn de raad van bestuur en de raad van toezicht.
2.
Aan de raad van bestuur behoort de bevoegdheid tot regeling en bestuur van de zaken van het academisch ziekenhuis in zijn geheel, voorzover deze niet bij of krachtens deze wet aan de raad van toezicht is opgedragen.
3.
De raad van bestuur oefent de taken en bevoegdheden uit die bij of krachtens de wet aan het instellingsbestuur zijn opgedragen, voorzover bij of krachtens dit hoofdstuk niet anders is bepaald.
4.
Tegen een beslissing op grond van artikel 1.14, eerste lid, houdende vaststelling van het deel van de rijksbijdrage voor de universiteit waarop het academisch ziekenhuis aanspraak heeft, kan beroep worden ingesteld door het college van bestuur van de universiteit waaraan het academisch ziekenhuis is verbonden in overeenstemming met de raad van bestuur.