Einde inhoudsopgave
Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek
Artikel 12.10 Raad van toezicht, omvang en samenstelling, benoeming en ontslag, financiële regeling leden
Geldend
Geldend vanaf 01-04-2020
- Bronpublicatie:
12-02-2020, Stb. 2020, 76 (uitgifte: 04-03-2020, kamerstukken: 35320)
- Inwerkingtreding
01-04-2020
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
16-03-2020, Stb. 2020, 98 (uitgifte: 23-03-2020, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij
- Vakgebied(en)
Onderwijsrecht / Hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek
1.
De raad van toezicht bestaat uit vijf of zeven leden. Het aantal leden wordt door Onze Minister na overleg met de raad van toezicht bepaald.
2.
De voorzitter en de andere leden worden door Onze Minister benoemd, geschorst en ontslagen. De benoeming geschiedt voor een termijn van ten hoogste vier jaren, de raad van toezicht gehoord.
3.
De leden kunnen tussentijds, ook op eigen verzoek, worden ontslagen, de raad van toezicht gehoord.
4.
Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur worden regels vastgesteld omtrent tegemoetkomingen aan de leden van de raad van toezicht.
5.
De raad van toezicht wijst uit zijn midden een vice-voorzitter aan, die bij afwezigheid of ontstentenis van de voorzitter deze vervangt.