Einde inhoudsopgave
Gaswet
Artikel 60ad
Geldend
Geldend vanaf 01-05-2024
- Bronpublicatie:
17-04-2024, Stb. 2024, 95 (uitgifte: 18-04-2024, kamerstukken: 36441)
- Inwerkingtreding
01-05-2024
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
25-04-2024, Stb. 2024, 114 (uitgifte: 30-04-2024, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Bijzonder strafrecht / Economisch strafrecht
Energierecht (V)
1.
De Autoriteit Consument en Markt kan in geval van overtreding van het bepaalde bij of krachtens:
- a.
de artikelen 1h, 2, vijfde en zesde lid, 2a, negende lid, 2b, zevende lid, 3c, derde lid, 4, eerste en tweede lid, 7a, 10, tweede lid en derde lid, onderdeel b, 10Aa, vierde lid, 10Ee, 10f, eerste en tweede lid, 10g, eerste lid, 10l, vijfde lid, 10n, derde en vijfde lid, 12i, derde lid, 13d, elfde lid, 13e, twaalfde en veertiende lid, 17a, 18g, vijfde lid, 35b, 35c, 35d, 35e, 39h, eerste lid, 40, tweede lid, 42, 44, tweede en achtste lid, 52a, derde lid, 52d, 56, artikel 66d, eerste en derde lid, 82, eerste en derde lid, en 83, en de artikelen 8, 9 en 15 van verordening 1227/2011, de overtreder per overtreding een bestuurlijke boete opleggen van ten hoogste € 900.000 of, indien dat meer is, 1% van de omzet van de overtreder, en
- b.
de artikelen 2b, zevende lid, 2c, tweede en derde lid, 3, eerste lid, 3b, eerste en tweede lid, 3c, eerste en tweede lid, 7, 8, 9a, 9b, 10, eerste lid, derde lid, onderdeel a, en vierde tot en met zesde lid, 10Aa, eerste tot en met derde lid, 10a, eerste, tweede en zevende lid, 10b, 10c, 10d, eerste tot en met vierde lid, 10e, 10i, 12a, 12b, 12e, eerste lid, 12f, 12g, 13b, 13c, 13d, eerste tot en met vierde lid, 13e, eerste tot en met vierde lid, zesde, zevende en negende lid, 18g, eerste en derde lid, 23, 24, tweede lid, 25, derde en vierde lid, 32, 35a, 37, eerste tot en met derde lid, 39, tweede lid, 40, eerste, derde en vierde lid, 43, eerste lid, 44, eerste en vijfde lid, 44a, 44b eerste, tweede, vijfde en zesde lid, 47, tweede lid, 51, 52b, 60, tweede lid, 63, 66a, 66b, 72, 73, vierde lid en 85b de artikelen 3, 4 en 5 van verordening 1227/2011 en besluiten als bedoeld in artikel 2, onderdeel d, van verordening 2019/942, de overtreder per overtreding een bestuurlijke boete opleggen van ten hoogste € 900.000 of, indien dat meer is, 10% van de omzet van de overtreder.
2.
De bestuurlijke boete die ingevolge het eerste lid, onderdelen a en b, ten hoogste kan worden opgelegd wordt verhoogd met 100%, indien binnen een tijdvak van vijf jaar voorafgaand aan de dagtekening van het van de overtreding opgemaakte rapport, bedoeld in artikel 5:48, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht, een aan die overtreder voor een eerdere overtreding van eenzelfde of een soortgelijk wettelijk voorschrift opgelegde bestuurlijke boete onherroepelijk is geworden.