Einde inhoudsopgave
Gaswet
Artikel 40
Geldend
Geldend vanaf 13-12-2006
- Bronpublicatie:
20-11-2006, Stb. 2006, 593 (uitgifte: 01-01-2006, kamerstukken: 30027)
- Inwerkingtreding
13-12-2006
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
24-11-2006, Stb. 2006, 621 (uitgifte: 01-01-2006, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Bijzonder strafrecht / Economisch strafrecht
Energierecht (V)
1.
Een gasbedrijf dat gas levert aan eindafnemers heeft tot taak, mede gelet op het belang van bescherming van het milieu, bedoeld in artikel 3, tweede lid, van de richtlijn, te bevorderen dat gas door hemzelf en door afnemers op een doelmatige en milieuhygiënisch verantwoorde wijze wordt gebruikt.
2.
Ieder gasbedrijf dat per jaar meer dan 10 000 000 m3 gas aan eindafnemers levert, meldt eenmaal in elke twee jaar vóór 1 maart aan Onze Minister op welke wijze hij in de twee jaar voorafgaande aan het jaar, waarin de melding wordt verricht, uitvoering heeft gegeven aan zijn taak, bedoeld in het eerste lid.
3.
Bij het opstellen van de tariefstructuren en de voorwaarden, bedoeld in artikel 12a of 12b en bij het sluiten van overeenkomsten voor het verrichten van transport van gas en dat transport ondersteunende diensten neemt de netbeheerder het belang van een duurzame, doelmatige en milieuhygiënische energievoorziening in acht.
4.
Bij algemene maatregel van bestuur worden regels gesteld met betrekking tot de invulling van de taak, bedoeld in het eerste lid, en worden criteria gegeven waaraan de uitvoering van die taak door het gasbedrijf zal worden getoetst.