NJ 2017/191
Executoriaal derdenbeslag op goederen vreemde staat; immuniteit van executie?; ongeschreven volkenrecht; art. 19 onder c VN Verdrag ‘Jurisdictional Immunities of States and their Property’ 2004; stelplicht en bewijslast. Beslag op goederen die voor verschillende doeleinden worden gebruikt (‘mixed funds’).
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
14 oktober 2016
- Magistraten
Mrs. F.B. Bakels, A.H.T. Heisterkamp, G. Snijders, G. de Groot, T.H. Tanja-van den Broek
- Zaaknummer
15/02722
- Conclusie
A-G mr. P. Vlas
- Noot
Th.M. de Boer
- Roepnaam
Staat/Servaas
- Folio weergave
- JCDI
JCDI:ADS124322:1
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Beslag en executie
Internationaal publiekrecht / Fundamentele rechten van staten
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2016:2354, Uitspraak, Hoge Raad, 14‑10‑2016
ECLI:NL:PHR:2016:556, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 24‑06‑2016
Beroepschrift, Hoge Raad, 15‑06‑2015
Beroepschrift, Hoge Raad, 02‑06‑2015
- Wetingang
Essentie
Executoriaal derdenbeslag op goederen vreemde staat; immuniteit van executie?; ongeschreven volkenrecht; art. 19 onder c VN Verdrag ‘Jurisdictional Immunities of States and their Property’ 2004; stelplicht en bewijslast. Beslag op goederen die voor verschillende doeleinden worden gebruikt (‘mixed funds’).
Zoals de HR heeft overwogen in het arrest van 30 september 2016, ECLI:NL:HR:2016:2236 (RvdW 2016/1031), is het in overeenstemming met de strekking van de immuniteit van executie om tot uitgangspunt te nemen dat eigendommen van vreemde staten niet vatbaar zijn voor beslag en executie tenzij en voor zover is vastgesteld dat deze een bestemming ...