Einde inhoudsopgave
Vreemdelingencirculaire 2000 (A)
7 Kennisgeving aan derden
Geldend
Geldend vanaf 01-04-2013
- Bronpublicatie:
26-03-2013, Stcrt. 2013, 6442 (uitgifte: 28-03-2013, regelingnummer: WBV2013/4)
19-12-2012, Stcrt. 2012, 26099 (uitgifte: 24-12-2012, regelingnummer: WBV2012/25)
- Inwerkingtreding
01-04-2013
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
26-03-2013, Stcrt. 2013, 6442 (uitgifte: 28-03-2013, regelingnummer: WBV2013/4)
19-12-2012, Stcrt. 2012, 26099 (uitgifte: 24-12-2012, regelingnummer: WBV2012/25)
- Vakgebied(en)
Vreemdelingenrecht (V)
Als de Korpschef of de Commandant der KMar tot verlenging van de ophouding van de persoon beslist, moet de Korpschef of de Commandant der KMar alle volgende instanties of personen informeren over de verlenging van de ophouding van de persoon:
- ā¢
op verzoek van de opgehouden persoon tenminste Ć©Ć©n van de volgende personen:
- ā
de gestelde diplomatieke of consulaire vertegenwoordiging van de opgehouden persoon in Nederland;
- ā
de verwanten, echtgeno(o)t(e) of een levenspartner van de opgehouden persoon;
- ā¢
als de opgehouden persoon minderjarig is, aan degenen die de ouderlijke macht of de voogdij over de minderjarige uitoefenen. Als daartoe geen gelegenheid bestaat, moet de Korpschef of de Commandant der KMar de kennisgeving doen aan de gestelde diplomatieke of consulaire vertegenwoordiging in Nederland.
De Korpschef of de Commandant der KMar moet de persoon de gelegenheid bieden de echtgeno(o)t(e) of levenspartner telefonisch in te lichten over zijn vrijheidsontneming. Als de kennisgeving moet worden gedaan aan een persoon buiten Nederland gebeurt dit op de snelst mogelijke manier.
De opgehouden persoon moet door de Korpschef of de Commandant der KMar van deze mogelijkheid op de hoogte worden gesteld.
Als de verlenging van de ophouding een Britse onderdaan betreft, moet de Korpschef of de Commandant der KMar op basis van een tussen Nederland en Groot-Brittanniƫ gesloten overeenkomst de betrokken Britse consul informeren over de verlenging van de ophouding, met het oog op het verlenen van diplomatieke of consulaire bijstand. Ook als de Britse onderdaan niet heeft verzocht de Britse consul te informeren over de verlenging van zijn ophouding, moet de Korpschef of de Commandant der KMar de Britse consul informeren over de verlenging van de ophouding van de Britse onderdaan.