Einde inhoudsopgave
Uitvoeringsverordening (EU) nr. 79/2012 tot vaststelling van nadere uitvoeringsvoorschriften voor enkele bepalingen van Verordening (EU) nr. 904/2010 betreffende de administratieve samenwerking en de bestrijding van fraude op het gebied van de belasting over de toegevoegde waarde
Aanhef
Geldend
Geldend vanaf 21-02-2012
- Bronpublicatie:
31-01-2012, PbEU 2012, L 29 (uitgifte: 01-02-2012, regelingnummer: 79/2012)
- Inwerkingtreding
21-02-2012
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
31-01-2012, PbEU 2012, L 29 (uitgifte: 01-02-2012, regelingnummer: 79/2012)
- Vakgebied(en)
Europees belastingrecht / Administratieve bijstand en invordering
Europees belastingrecht / Belastingen EU
Verordening van de Commissie van 31 januari 2012 tot vaststelling van nadere uitvoeringsvoorschriften voor enkele bepalingen van Verordening (EU) nr. 904/2010 van de Raad betreffende de administratieve samenwerking en de bestrijding van fraude op het gebied van de belasting over de toegevoegde waarde
DE EUROPESE COMMISSIE,
Gezien Verordening (EU) nr. 904/2010 van de Raad van 7 oktober 2010 betreffende de administratieve samenwerking en de bestrijding van fraude op het gebied van de belasting over de toegevoegde waarde (1), en met name de artikelen 14, 32, 48 en 49 en artikel 51, lid 1,
Overwegende hetgeen volgt:
- (1)
Ter verbetering en aanvulling van de fraudebestrijdingsinstrumenten is Verordening (EG) nr. 1798/2003 van de Raad van 7 oktober 2003 betreffende de administratieve samenwerking op het gebied van de belasting over de toegevoegde waarde en tot intrekking van Verordening (EEG) nr. 218/92 (2) bij Verordening (EU) nr. 904/2010 herschikt en ingetrokken. De regels die zijn vastgesteld in Verordening (EU) nr. 904/2010, moeten invulling krijgen op het niveau van de uitvoeringsbesluiten voor die verordening.
- (2)
Verordening (EG) nr. 1925/2004 van de Commissie van 29 oktober 2004 tot vaststelling van nadere uitvoeringsvoorschriften voor enkele bepalingen van Verordening (EG) nr. 1798/2003 van de Raad betreffende de administratieve samenwerking op het gebied van de belasting over de toegevoegde waarde (3) is ingrijpend gewijzigd. Aangezien verdere wijzigingen moeten worden aangebracht na de vaststelling van Verordening (EU) nr. 904/2010 en om te beschikken over één reeks voorschriften voor de inlichtingenuitwisseling, moet zij duidelijkheidshalve worden herschikt tezamen met Verordening (EG) nr. 1174/2009 van de Commissie van 30 november 2009 tot vaststelling van bepalingen ter uitvoering van de artikelen 34 bis en 37 van Verordening (EG) nr. 1798/2003 van de Raad wat betreft de teruggaaf van btw krachtens Richtlijn 2008/9/EG van de Raad (4).
- (3)
Teneinde de uitwisseling van inlichtingen tussen de lidstaten te vergemakkelijken, is het noodzakelijk de exacte categorieën van inlichtingen die zonder voorafgaand verzoek zullen worden uitgewisseld, en de frequentie van deze uitwisselingen te specificeren alsook de praktische regelingen daarvoor te treffen. Wanneer lidstaten niet voornemens zijn inlichtingen zonder voorafgaand verzoek uit te wisselen, stellen zij de Commissie hiervan in kennis overeenkomstig artikel 14, lid 1, van Verordening (EU) nr. 904/2010.
- (4)
Overeenkomstig artikel 51 van Verordening (EU) nr. 904/2001 verloopt de inlichtingenverstrekking tussen de belastingdiensten voor zover mogelijk langs elektronische weg. De praktische regeling en technische details daarvoor dienen derhalve te worden vastgesteld.
- (5)
Er moeten praktische regelingen worden vastgesteld voor de verstrekking van informatie in verband met factureringsregels, de btw-tarieven die van toepassing zijn in het kader van bijzondere regelingen voor niet in de Gemeenschap gevestigde belastingplichtigen, en de aanvullende gecodeerde elektronische gegevens als bedoeld in artikel 9, lid 2, van Richtlijn 2008/9/EG van de Raad van 12 februari 2008 tot vaststelling van nadere voorschriften voor de in Richtlijn 2006/112/EG vastgestelde teruggaaf van de belasting over de toegevoegde waarde aan belastingplichtigen die niet in de lidstaat van teruggaaf maar in een andere lidstaat gevestigd zijn (5).
- (6)
Teneinde ervoor te zorgen dat de lidstaten ook werkelijk gebruik kunnen maken van de mogelijkheden waarin een aantal bepalingen van Richtlijn 2008/9/EG voorziet om gegevens te verlangen, dienen de desbetreffende geharmoniseerde codes voor de uitwisseling van de gegevens in kwestie te worden gespecificeerd, met inbegrip van het instrument waarmee die uitwisseling moet geschieden, overeenkomstig Verordening (EU) nr. 904/2010.
- (7)
Krachtens artikel 9, lid 2, van Richtlijn 2008/9/EG kan de lidstaat van teruggaaf verlangen dat de aanvrager langs elektronische weg aanvullende gegevens verstrekt met betrekking tot de in artikel 9, lid 1, van Richtlijn 2008/9/EG vermelde codes, voor zover die gegevens noodzakelijk zijn wegens beperkingen van het recht op aftrek krachtens Richtlijn 2006/112/EG van de Raad van 28 november 2006 betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde (6) of voor de toepassing van een krachtens de artikelen 395 of 396 van die richtlijn aan de lidstaat van teruggaaf verleende derogatie.
- (8)
Overeenkomstig artikel 48, lid 2, van Verordening (EU) nr. 904/2010 stellen de bevoegde autoriteiten van de lidstaat van teruggaaf de bevoegde autoriteiten van de andere lidstaten langs elektronische weg in kennis van alle gegevens die zij verlangen krachtens artikel 9, lid 2, van Richtlijn 2008/9/EG.
- (9)
Te dien einde moeten de technische specificaties worden vastgesteld voor de verzending van de aanvullende gegevens die krachtens artikel 9, lid 2, van Richtlijn 2008/9/EG door de lidstaten worden verlangd. Met name de daartoe benodigde codes dienen te worden gespecificeerd. De in bijlage III bij deze verordening opgenomen codes zijn opgesteld door het Permanent Comité inzake administratieve samenwerking (SCAC) op basis van de gegevens die de lidstaten verlangen met het oog op de toepassing van artikel 9, lid 2, van Richtlijn 2008/9/EG.
- (10)
Overeenkomstig artikel 11 van Richtlijn 2008/9/EG kan van aanvragers worden verlangd dat zij hun beroepsactiviteit omschrijven aan de hand van geharmoniseerde codes. Daartoe moeten zij gebruikmaken van de gangbare codes die zijn vastgesteld in artikel 2, lid 1, onder d), van Verordening (EG) nr. 1893/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 20 december 2006 tot vaststelling van de statistische classificatie van economische activiteiten NACE Rev. 2 en tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 3037/90 en enkele EG-verordeningen op specifieke statistische gebieden (7).
- (11)
In artikel 25 van Verordening (EU) nr. 904/2010 is bepaald dat de aangezochte autoriteit op verzoek van de verzoekende autoriteit overgaat tot kennisgeving aan de geadresseerde van alle akten en beslissingen die uitgaan van de administratieve autoriteiten en betrekking hebben op de toepassing van de btw-wetgeving in de lidstaat waar de verzoekende autoriteit gevestigd is.
- (12)
Wanneer een lidstaat van teruggaaf de lidstaat van vestiging vraagt om de aanvrager kennis te geven van zijn akten en beslissingen met het oog op de toepassing van Richtlijn 2008/9/EG, moet die kennisgeving om redenen van gegevensbescherming kunnen geschieden via het gemeenschappelijk communicatienetwerk met gemeenschappelijke interface (CCN/CSI) zoals omschreven in artikel 2, lid 1, onder q), van Verordening (EU) nr. 904/2010.
- (13)
Er moeten bepalingen worden vastgesteld ter uitvoering van onder meer artikel 48 van Verordening (EU) nr. 904/2010 wat betreft de invoering van een regeling voor administratieve samenwerking en inlichtingenuitwisseling in het kader van de bepalingen betreffende de plaats van dienst, de bijzondere regelingen en de btw-teruggaafprocedure.
- (14)
Tot slot dient een lijst te worden vastgesteld met de statistische gegevens die nodig zijn voor de evaluatie van Verordening (EU) nr. 904/2010.
- (15)
De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité inzake administratieve samenwerking,
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD: