Einde inhoudsopgave
Besluit diplomatieke vrijstellingen van omzetbelasting, accijns, belasting op personenauto’s en motorrijwielen, motorrijtuigenbelasting, overdrachtsbelasting, energiebelasting en opslag duurzame energie- en klimaattransitie en belasting op leidingwater
2.3 Voorwaardelijkheid
Geldend
Geldend vanaf 30-06-2022
- Bronpublicatie:
23-06-2022, Stcrt. 2022, 16180 (uitgifte: 29-06-2022, regelingnummer: 2022-166914)
- Inwerkingtreding
30-06-2022
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
23-06-2022, Stcrt. 2022, 16180 (uitgifte: 29-06-2022, regelingnummer: 2022-166914)
- Vakgebied(en)
Belastingheffing van motorrijtuigen / Belasting van personenauto's en motorrijwielen
Belastingheffing van motorrijtuigen / Motorrijtuigenbelasting
Internationaal belastingrecht / Voorkoming van dubbele belasting
Belastingen van rechtsverkeer / Overdrachtsbelasting
Milieubelastingen / Leidingwaterbelasting
Accijns en verbruiksbelastingen / Accijns
Milieubelastingen / Energiebelasting
Omzetbelasting / Vrijstelling
De vrijstellingen worden voorwaardelijk verleend. Dat houdt in dat een vrijstelling vervalt bij het niet meer voldoen aan de voorwaarden. Van niet meer voldoen aan de voorwaarden is bijvoorbeeld sprake als met een vrijstelling verkregen goederen worden geschonken, uitgeleend, verhuurd of verkocht, of anderszins voor commerciële doeleinden worden gebruikt. Dit geldt ook wanneer de goederen worden gebruikt voor samenvoeging tot een van de vrijstelling uitgesloten goed. Ten aanzien van diensten vervalt de vrijstelling, wanneer de dienst ten goede komt aan een ander dan de betrokken vertegenwoordiging of internationale organisatie.
Bij het vervallen van een vrijstelling is de belasting, waarvan eerder vrijstelling is verleend, verschuldigd door degene ten behoeve van wie de vrijstelling is verleend. Deze instelling of persoon wordt ter zake aangemerkt als belastingplichtige, zodat buiten twijfel staat dat de algemene heffingsbepalingen kunnen worden toegepast.
Wanneer de vrijstelling vervalt, dient de betrokken vrijgestelde vooraf contact op te nemen met Team IFB. De inspecteur stelt vervolgens vast in hoeverre ter zake belasting is verschuldigd. Hierbij worden de volgende regels gehanteerd.
Indien geen sprake is van oneigenlijk gebruik van de vrijstelling, wordt volstaan met heffing naar het tarief en over de waarde van het goed of de dienst op het moment waarop de vrijstelling vervalt, tot ten hoogste het bedrag aan belasting waarvan vrijstelling werd verleend. Indien sprake is van oneigenlijk gebruik van de vrijstelling wordt de verschuldigde belasting vastgesteld op ten minste het bedrag aan belasting waarvan vrijstelling werd verleend.
Goedkeuring
Uit doelmatigheidsoverwegingen keur ik het volgende goed. In afwijking van het voorgaande is bij het vervallen van de vrijstelling geen belasting verschuldigd, indien aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:
- •
het betreft een goed of dienst met een aanschafprijs van ten hoogste € 3.100 (inclusief omzetbelasting);
- •
het goed of de dienst is gedurende ten minste vijf jaar ten goede gekomen aan het doel waarvoor de vrijstelling werd verleend;
- •
het betreft geen motorrijtuig of dienst met betrekking tot een motorrijtuig.
Wanneer aan deze voorwaarden wordt voldaan, hoeft de betrokken vrijgestelde bij het vervallen van de vrijstelling geen contact op te nemen met Team IFB.