RAV 2021/103
Aardbevingsschade. Wanneer bestaat er aanspraak op vergoeding van vermogensschade en immateriële schade wegens gemist woongenot?
HR 15-10-2021, ECLI:NL:HR:2021:1534
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
15 oktober 2021
- Magistraten
Mrs. C.A. Streefkerk, C.H. Sieburgh, H.M. Wattendorff, A.E.B. ter Heide, S.J. Schaafsma
- Zaaknummer
20/00989
- Conclusie
A-G mr. P.J. Wattel
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS628991:1
- Vakgebied(en)
Milieurecht / Mijnbouw
Verbintenissenrecht / Onrechtmatige daad
Verbintenissenrecht / Schadevergoeding
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2021:1534, Uitspraak, Hoge Raad, 15‑10‑2021
Beroepschrift, Hoge Raad, 12‑06‑2021
ECLI:NL:PHR:2021:294, Conclusie, Hoge Raad (Parket), 26‑03‑2021
Beroepschrift, Hoge Raad, 24‑04‑2020
- Wetingang
Essentie
Aardbevingsschade. Gederfd woongenot. Immateriële schadevergoeding. Onrechtmatigheid van hinder en overlast.
Is de NAM verplicht om vermogensschade wegens gederfd woongenot en/of immateriële schade te vergoeden aan bewoners van een woning die ten minste eenmaal fysieke schade hebben opgelopen?
Samenvatting
De NAM wint gas uit het Groningenveld en dit veroorzaakt bodemdaling en aardbevingen die schade veroorzaken.
De Hoge Raad stelt vast dat het hof op grond van omstandigheden die betrekking hebben op de aard, de ernst en de duur van de overlast en hinder heeft geoordeeld dat voor die bewoners de door NAM veroorzaakte hinder en overlast zodanig ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.