BNB 2018/41
Partnervrijstelling. Mantelzorg. Handhaving voor mantelzorgers van wettelijk uitgangspunt dat één persoon maar één fiscale partner kan hebben niet strijdig met discriminatieverbod
HR 08-12-2017, ECLI:NL:HR:2017:3080, m.nt. J.C. van Straaten
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
8 december 2017
- Magistraten
Mrs. Feteris, Koopman, Fierstra, Groeneveld, Wortel
- Zaaknummer
17/01194
- Noot
J.C. van Straaten
- JCDI
JCDI:ADS928121:1
- Vakgebied(en)
Fiscaal bestuursrecht / Algemene rechtsbeginselen en abbb
Schenk- en erfbelasting / Erfbelasting
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2017:3080, Uitspraak, Hoge Raad, 08‑12‑2017
Beroepschrift, Hoge Raad, 08‑12‑2017
- Wetingang
Art. 1a lid 1 en 4 Successiewet 1956; art. 14 EVRM
Essentie
Partnervrijstelling. Mantelzorg. Handhaving voor mantelzorgers van wettelijk uitgangspunt dat één persoon maar één fiscale partner kan hebben niet strijdig met discriminatieverbod
Samenvatting
Belanghebbende vormde samen met haar echtgenoot, kinderen en ouders een gezamenlijke huishouding. Na het overlijden van haar moeder is de gezamenlijke huishouding voortgezet en heeft belanghebbende voor haar vader gezorgd. Zij heeft een uitkering genoten als bedoeld in de Wet maatschappelijke ondersteuning (oud) in verband met de verleende mantelzorg (mantelzorgcompliment). Na het overlijden van haar vader, van wie zij enig erfgenaam was, heeft belanghebbende aanspraak gemaakt op de partnervrijstelling voor de erfbelasting. Omdat zij gehuwd is ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.