NJF 2019/145
Mogelijk onrechtmatige overheidsdaad in voormalig Nederlands-Indië. De verjaring vangt aan op de dag van de onrechtmatige daad maar een beroep daarop is onaanvaardbaar.
Rb. Den Haag 23-01-2019, ECLI:NL:RBDHA:2019:499
- Instantie
Rechtbank Den Haag
- Datum
23 januari 2019
- Magistraten
Mrs. L. Alwin, M.J. Alt-van Endt, D.R. Glass
- Zaaknummer
C/09/523880 / HA ZA 17/8
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Vermogensrecht / Rechtsvorderingen
Burgerlijk procesrecht / Bewijs
Verbintenissenrecht / Aansprakelijkheid
Verbintenissenrecht / Algemeen
Verbintenissenrecht / Onrechtmatige daad
- Brondocumenten
ECLI:NL:RBDHA:2020:10051, Uitspraak, Rechtbank Den Haag, 30‑09‑2020
ECLI:NL:RBDHA:2019:499, Uitspraak, Rechtbank Den Haag, 23‑01‑2019
- Wetingang
Art. 3:306, 3:310, 3:313, 6:162 lid 2 BW
Essentie
Mogelijk onrechtmatige overheidsdaad in voormalig Nederlands-Indië. De verjaring vangt aan op de dag van de onrechtmatige daad maar een beroep daarop is onaanvaardbaar.
Samenvatting
Zaak hangt samen met NJF 2011/427, NJF 2015/221, NJF 2016/147, NJF 2016/367, NJF 2018/49, NJ 2016/86. Eiser is zoon van een voormalige verzetsstrijder die tijdens de onafhankelijkheidsstrijd van Indonesië om het leven is gekomen. Volgens zoon tijdens misdragingen bij zuiveringsacties (standrechtelijke executie en ontering van het stoffelijk overschot). Het beroep van de staat op verjaring vanaf ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.