NJF 2018/49
Verjaring van rechtsvordering uit onrechtmatige overheidsdaad in verband met misdragingen in voormalig Nederlands-Indië (Zuid-Celebes/Sulawesi).
Rb. Den Haag 22-11-2017, ECLI:NL:RBDHA:2017:13556
- Instantie
Rechtbank Den Haag
- Datum
22 november 2017
- Magistraten
Mrs. L. Alwin, M.J. Alt-van Endt, D.R. Glass
- Zaaknummer
C-09-529572-HA ZA 17-333
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Vermogensrecht / Rechtsvorderingen
Verbintenissenrecht / Aansprakelijkheid
Verbintenissenrecht / Algemeen
Verbintenissenrecht / Onrechtmatige daad
- Brondocumenten
ECLI:NL:RBDHA:2017:13556, Uitspraak, Rechtbank Den Haag, 22‑11‑2017
- Wetingang
Art. 6:2 lid 2; 162 lid 2 BW
Essentie
Verjaring van rechtsvordering uit onrechtmatige overheidsdaad in verband met misdragingen in voormalig Nederlands-Indië (Zuid-Celebes/Sulawesi).
Samenvatting
In deze zaak hebben kinderen van in de periode 1947-1949 in Indonesië standrechtelijk geëxecuteerde mannen een verklaring voor recht gevorderd dat de Staat onrechtmatig heeft gehandeld en aansprakelijk is voor de schade. De Staat beroept zich op verjaring. In de zaak Rawagedeh (NJF 2011/427) heeft de rechtbank ten aanzien van weduwen dergelijk beroep onaanvaardbaar geoordeeld. In de onderhavige zaak oordeelt de rechtbank dat de verjaring niet pas is gaan lopen toen eisers in 2007 in contact kwamen met een stichting die hun belangen verdedigde. ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.