Einde inhoudsopgave
Richtlijn 2002/32/EG inzake ongewenste stoffen in diervoeding
Artikel 1
Geldend
Geldend vanaf 30-05-2002
- Bronpublicatie:
07-05-2002, PbEG 2002, L 140 (uitgifte: 30-05-2002, regelingnummer: 2002/32/EG)
- Inwerkingtreding
30-05-2002
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
07-05-2002, PbEG 2002, L 140 (uitgifte: 30-05-2002, regelingnummer: 2002/32/EG)
- Vakgebied(en)
Arbeidsrecht / Algemeen
EU-recht / Bijzondere onderwerpen
Internationale sociale zekerheid / Algemeen
1.
Deze richtlijn heeft betrekking op ongewenste stoffen in producten die bedoeld zijn voor het voederen van dieren.
2.
Deze richtlijn geldt onverminderd de voorschriften in:
- a)
Richtlijn 70/524/EEG van de Raad van 23 november 1970 betreffende toevoegingsmiddelen in de veevoeding;
- b)
Richtlijn 96/25/EG en Richtlijn 79/373/EEG van de Raad van 2 april 1979 betreffende de handel in mengvoeders;
- c)
Richtlijn 76/895/EEG van de Raad van 23 november 1976 betreffende de vaststelling van de maximale hoeveelheden residuen van bestrijdingsmiddelen in en op groenten en fruit, Richtlijn 86/362/EEG van de Raad van 24 juli 1986 tot vaststelling van maximumgehalten aan residuen van bestrijdingsmiddelen in en op granen, Richtlijn 86/363/EEG van de Raad van 24 juli 1986 tot vaststelling van maximumgehalten aan residuen van bestrijdingsmiddelen in en op levensmiddelen van dierlijke oorsprong en Richtlijn 90/642/EEG van de Raad van 27 november 1990 tot vaststelling van maximumgehalten aan residuen van bestrijdingsmiddelen in en op bepaalde producten van plantaardige oorsprong, met inbegrip van groenten en fruit, wanneer deze residuen niet voorkomen op de lijst in bijlage I bij deze richtlijn;
- d)
communautaire wetgeving betreffende veterinaire kwesties die verband houden met de volksgezondheid en diergezondheid;
- e)
Richtlijn 82/471/EEG van de Raad van 30 juni 1982 betreffende bepaalde in diervoeding gebruikte producten;
- f)
Richtlijn 93/74/EEG van de Raad van 13 september 1993 betreffende diervoeders met bijzonder voedingsdoel.