Einde inhoudsopgave
Wet op de vennootschapsbelasting 1969
Artikel 8bb
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2022
- Redactionele toelichting
Vindt voor het eerst toepassing met betrekking tot boekjaren die aanvangen op of na 01-01-2022.
- Bronpublicatie:
22-12-2021, Stb. 2021, 654 (uitgifte: 27-12-2021, kamerstukken: 35933)
- Inwerkingtreding
01-01-2022
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
22-12-2021, Stb. 2021, 654 (uitgifte: 27-12-2021, kamerstukken: 35933)
- Vakgebied(en)
Vennootschapsbelasting / Winstbepaling
Inkomstenbelasting / Winst
1.
Bij het bepalen van de winst blijft buiten aanmerking een neerwaartse aanpassing van de winst ter zake van een onderlinge rechtsverhouding tussen de belastingplichtige en een aan hem gelieerd lichaam voor zover de belastingplichtige niet aannemelijk maakt dat ter zake van die rechtsverhouding bij dat gelieerde lichaam een corresponderende opwaartse aanpassing wordt betrokken in een naar de winst geheven belasting.
2
Een neerwaartse aanpassing van de winst is het ingevolge het zakelijkheidsbeginsel in aanmerking nemen van hogere lasten dan wel lagere baten ter zake van een onderlinge rechtsverhouding dan de lasten, onderscheidenlijk de baten, die op basis van de overeengekomen of opgelegde voorwaarden ter zake van die rechtsverhouding in aanmerking zouden worden genomen bij het bepalen van de winst van de belastingplichtige.
3.
Het eerste lid is niet van toepassing voor zover de belastingplichtige aannemelijk maakt dat:
- a.
het gelieerde lichaam waarmee de onderlinge rechtsverhouding bestaat volgens de fiscale regelgeving van de staat op grond van wiens recht dat lichaam is opgericht aldaar niet wordt behandeld als het lichaam dat gerechtigd is tot de baten ter zake van de onderlinge rechtsverhouding dan wel de lasten ter zake van die rechtsverhouding is verschuldigd omdat dat lichaam volgens de fiscale regelgeving van die staat niet aldaar is gevestigd, en dat lichaam niet volgens de fiscale regelgeving van een andere staat in laatstbedoelde staat is gevestigd; en
- b.
een lichaam dat of natuurlijk persoon die een belang heeft in het lichaam, bedoeld in onderdeel a, volgens de fiscale regelgeving van de staat waarin het eerstgenoemdelichaam is gevestigd, onderscheidenlijk die natuurlijk persoon woont, aldaar wordt behandeld als het lichaam dat, onderscheidenlijk de natuurlijk persoon die, gerechtigd is tot de baten ter zake van de onderlinge rechtsverhouding dan wel de lasten ter zake van die rechtsverhouding is verschuldigd, en bij dat lichaam, onderscheidenlijk die natuurlijk persoon, een corresponderende opwaartse aanpassing ter zake van die rechtsverhouding wordt betrokken in een naar de winst, onderscheidenlijk het inkomen, geheven belasting.
4.
Onder een belang als bedoeld in het derde lid, onderdeel b, wordt mede verstaan een middellijk belang, mits op het lichaam of de lichamen via welke het middellijke belang wordt gehouden, het derde lid, onderdeel a, van toepassing zou zijn, indien dit lichaam, onderscheidenlijk die lichamen, het lichaam waarmee de onderlinge rechtsverhouding bestaat zou, onderscheidenlijk zouden, zijn.