NJ 2020/322
Auteursrecht. Inbreukvordering; werk van toegepaste kunst (stoel ‘Charly’); rechtsgevolg vervallen eis instandhoudingsverklaring van art. 21 lid 3 (oud) BTMW. Vervolg van HR 13 december 2013, NJ 2015/307, BenGH 17 juli 2018, NJ 2020/321, en HvJ EU 20 oktober 2016, NJ 2020/320.
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
17 april 2020
- Magistraten
Mrs. M.V. Polak, T.H. Tanja-van den Broek, C.E. du Perron, C.H. Sieburgh, H.M. Wattendorff
- Zaaknummer
12/02029
- Conclusie
plv. P-G mr. F.F. Langemeijer
- Noot
Ch. Gielen
- Folio weergave
- JCDI
JCDI:ADS231477:1
- Vakgebied(en)
Intellectuele-eigendomsrecht / Auteursrecht
Intellectuele-eigendomsrecht / Europees intellectuele-eigendomsrecht
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2020:750, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 17‑04‑2020
ECLI:NL:PHR:2019:1199, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 15‑11‑2019
ECLI:NL:HR:2013:1881, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 13‑12‑2013
ECLI:NL:PHR:2013:1864, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 09‑08‑2013
Beroepschrift, Hoge Raad, 01‑06‑2012
Beroepschrift, Hoge Raad, 27‑03‑2012
- Wetingang
Essentie
Auteursrecht. Inbreukvordering; werk van toegepaste kunst (stoel ‘Charly’); rechtsgevolg vervallen eis instandhoudingsverklaring van art. 21 lid 3 (oud) BTMW. Vervolg van HR 13 december 2013, NJ 2015/307, BenGH 17 juli 2018, NJ 2020/321, en HvJ EU 20 oktober 2016, NJ 2020/320.
Samenvatting
Het BenGH heeft in zijn arrest van 17 juli 2018 op de door HR 13 december 2015, NJ 2015/307, gestelde vraag geantwoord dat het vervallen van artikel 21 lid 3 (oud) BTMW, per 1 december 2003, ingevolge het Protocol van 20 juni ...