Verdrag tot het vaststellen van enige eenvormige regelen betreffende hulp en berging
Protocol van onderteekening
Geldend
Geldend vanaf 01-03-1913
- Bronpublicatie:
23-09-1910, Stb. 1913, 75 (uitgifte: 28-02-1913, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-03-1913
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
23-09-1910, Stb. 1913, 75 (uitgifte: 28-02-1913, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Vervoersrecht / Bijzondere onderwerpen
Bij het overgaan tot onderteekening der op heden gesloten verdragen tot het vaststellen van eenige eenvormige regelen betreffende aanvaring en hulp en berging, is door de ondergeteekenden, gevolmachtigden, het navolgende overeengekomen:
De bepalingen van gezegde verdragen zullen onder voorbehoud als hierna vermeld, toepasselijk zijn op de koloniën en bezittingen der verdragsluitende Mogendheden.
- I.
De Duitsche Regeering verklaart zich hare besluiten ten aanzien van hare koloniën voor te behouden. Ten aanzien van ieder dezer afzonderlijk behoudt zij zich het recht voor tot de verdragen toe te treden en ze op te zeggen.
- II.
De Deensche Regeering verklaart ten aanzien van IJsland en de Deensche koloniën of bezittingen, ieder afzonderlijk, zich het recht voor te behouden tot de gezegde verdragen toe te treden en ze op te zeggen.
- III.
De Regeering der Vereenigde Staten van Amerika verklaart zich het recht voor te behouden om voor de eilandbezittingen der Vereenigde Staten van Amerika tot gezegde verdragen toe te treden en deze op te zeggen.
- IV.
De Regeering van Zijne Britsche Majesteit verklaart zich het recht voor te behouden om tot gezegde verdragen toe te treden en deze op te zeggen voor alle de koloniën, protectoraten en Britsche bezittingen, ieder afzonderlijk, zoomede voor het eiland Cyprus.
- V.
De Italiaansche Regeering behoudt zich voor later tot de verdragen voor de Italiaansche onderhoorigheden en koloniën toe te treden.
- VI.
De Nederlandsche Regeering behoudt zich het recht voor later voor de Nederlandsche koloniën en bezittingen tot de verdragen toe te treden.
- VII.
De Portugeesche Regeering verklaart zich het recht voor te behouden om later voor de Portugeesche koloniën tot de verdragen toe te treden.
Van deze toetredingen kan worden kennis gegeven hetzij door eene algemeene verklaring, welke alle koloniën en bezittingen omvat, hetzij door bijzondere verklaringen. Voor toetredingen en opzeggingen zal in voorkomend geval de vorm worden gevolgd, welke in de beide verdragen van heden is aangegeven. Alles niettemin met dien verstande, dat die toetredingen evenzeer kunnen worden opgenomen in het proces-verbaal van nederlegging der akten van bekrachtiging.
Ter oorkonde waarvan de ondergeteekenden, gevolmachtigden, dit Protocol hebben opgemaakt, hetwelk dezelfde kracht en waarde zal hebben als waren de bepalingen er van opgenomen in den tekst zelven der verdragen op welke het betrekking heeft.
Gedaan te Brussel in één enkel exemplaar op den 23sten September 1910.