Einde inhoudsopgave
Regeling nationale EZK- en LNV-subsidies
Artikel 4.2.14 Rangschikkingscriteria
Geldend
Geldend van 01-01-2024 tot 01-07-2027
- Bronpublicatie:
20-12-2023, Stcrt. 2023, 35473 (uitgifte: 29-12-2023, regelingnummer: WJZ/ 39146654)
- Inwerkingtreding
01-01-2024
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
20-12-2023, Stcrt. 2023, 35473 (uitgifte: 29-12-2023, regelingnummer: WJZ/ 39146654)
- Vakgebied(en)
Bestuursrecht algemeen / Algemeen
Bestuursrecht algemeen / Bijzondere onderwerpen bestuursrecht
1.
De minister kent aan een EKOO-project een hoger aantal punten toe naarmate:
- a.
het EKOO-project meer bijdraagt aan de doelstelling van de subsidie, opgenomen in bijlage 4.2.1;
- b.
de slaagkans van de innovatie in de Nederlandse markt en maatschappij groter is;
- c.
het EKOO-project vernieuwender is ten opzichte van de internationale stand van onderzoek of techniek en de Nederlandse kennispositie meer versterkt;
- d.
de kwaliteit van het EKOO-project beter is, blijkend uit de uitwerking van aanpak en methodiek, de omgang met risico's, de uitvoerbaarheid, de deelnemende partijen en de mate waarin de beschikbare middelen effectiever en efficiënter worden ingezet.
2.
De minister kent per onderdeel van het eerste lid ten minste één en ten hoogste vijf punten toe.
3.
De minister rangschikt de aanvragen waarop niet afwijzend is beslist hoger naarmate in totaal meer punten aan het EKOO-project zijn toegekend.
4.
Geen subsidie wordt verleend voor een EKOO-project dat lager is gerangschikt dan een soortgelijk EKOO-project.