Einde inhoudsopgave
De dwangsom in het burgerlijk recht (BPP nr. V) 2006/9.5
9.5 Boetebeding
Mr. M.B. Beekhoven van den Boezem, datum 19-12-2006
- Datum
19-12-2006
- Auteur
Mr. M.B. Beekhoven van den Boezem
- JCDI
JCDI:ADS379168:1
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht (V)
Voetnoten
Voetnoten
GMvT, p. 16; zie ook HR 6 februari 1981, NJ 1981, 379(Van Epenhuysen's Chemische fabrieken/Huisman), m.nt. PA. Stein; Hof 's-Hertogenbosch 11 juni 1964, NJ 1965, 404.
R.M. Blaauw 1980, p. 11; Van Nispen (Onrechtmatige daad) (oud), II, nrs. 241 en 243; Hof Arnhem 29 november 1961, NJ 1962, 182.
Vgl. Pres. Rb. 's-Gravenhage, 15 mei 1991, KG 1991, 195. Niet alleen oordeelde de president het boetebeding in kwestie afschrikwekkend genoeg, daarenboven gaf hij uitdrukkelijk aan geen dwangsom op te leggen in verband met het feit dat een dwangsom na verbeurte - anders dan het boetebeding - ook in geval van een andersluidend bodemoordeel blijvend verschuldigd zou zijn, zie Van Dorp 1991, p. 160. De blijvende verschuldigdheid van dwangsommen na terzijdestelling komt in 14.2 aan de orde.
J.H. Blaauw 2002, p. 209; Malengreau 1981, p. 1; zie bijvoorbeeld Pres. Rb. Haarlem 28 juli 1955, NJ 1956, 69.
In het kader van de vaststelling van het belang van beide partijen is ten slotte relevant of tussen partijen een boetebeding is overeengekomen. De Gemeenschappelijke Memorie van Toelichting noemt het bestaan van een boetebeding uitdrukkelijk als factor waarmee de rechter bij de vaststelling van zijn dwangsomveroordeling rekening zal houden.1
Vanzelfsprekend vormt de omstandigheid dat het niet naleven van de af te dwingen prestatie al een bijkomende betalingsverplichting met zich brengt, een belangrijk argument om bij de vaststelling van de dwangsomveroordeling terughoudend te zijn, althans deze - rekening houdend met het boetebedrag - op een lager bedrag vast te stellen.2 Voor zover dit boetebeding immers niet slechts een gefixeerd schadebedrag betreft, maar daadwerkelijk een boete-element in zich heeft, kan dit beding al worden geacht in de met de dwangsom beoogde preventieve werking te voorzien 3
Deze laatste omstandigheid brengt niet mee dat wanneer een boetebeding van deze aard is overeengekomen, geen dwangsomveroordeling aan de rechterlijke veroordeling verbonden kan worden: de rechter is vrij om in het individuele geval te beoordelen of daarnaast een dwangsomveroordeling op zijn plaats is.4