NJ 1965, 404
Hof 's-Hertogenbosch, 16-06-1964
Hof 's-Hertogenbosch 16-06-1964, ECLI:NL:GHSHE:1964:AC4463
- Instantie
Hof 's-Hertogenbosch
- Datum
16 juni 1964
- Magistraten
Ariens, Achterbergh, Boots
- Zaaknummer
[1964-06-16/NJ_50416]
- LJN
AC4463
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Arbeidsrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:GHSHE:1964:AC4463, Uitspraak, Hof 's-Hertogenbosch, 16‑06‑1964
- Wetingang
BW art. 1637x; CAO art. 9; CAO art. 13; WAVV 1937 art. 3
Samenvatting
De niet algemeen verbindend verklaarde bepaling der CAO, inhoudende dat de werkgever zich verbindt met iedere werknemer een individuele schriftelijke arbeidsovereenkomst aan te gaan waarbij de CAO van toepassing wordt verklaard, legt de werkgever een verplichting op tegenover de verenigingen welke de CAO hebben aangegaan. De werknemer en werkgever kunnen aan die bepaling tegenover elkander geen rechten ontlenen.
Het concurrentiebeding neergelegd in de CAO, is voor de werknemer tegenover de werkgever zonder meer verbindend. Hieraan doet niet af dat in de CAO is bepaald, dat onverlet worden gelaten de voorschriften ter bescherming van de werknemer neergelegd in art. ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.