JAR 2017/258
EEX-Verordening. Rechterlijke bevoegdheid; individuele arbeidsovereenkomsten; cabinepersoneel in de luchtvaartsector; begrip ‘plaats waar de werknemer gewoonlijk werkt’ in de zin van art. 19, punt 2, onder a Brussel I; gelijkstelling met begrip ‘thuisbasis’ in de zin van Verordening (EEG) 3922/91?
HvJ EU 14-09-2017, ECLI:EU:C:2017:688 (Nogueira e.a.)
- Instantie
Hof van Justitie van de Europese Unie
- Datum
14 september 2017
- Magistraten
M. Ilešič, K. Lenaerts, A. Rosas, C. Toader, E. Jarašiūnas
- Zaaknummer
C-168/16
C-169/16
- Roepnaam
Nogueira e.a.
- Vakgebied(en)
Internationaal privaatrecht / Internationaal bevoegdheidsrecht
- Brondocumenten
ECLI:EU:C:2017:688, Uitspraak, Hof van Justitie van de Europese Unie, 14‑09‑2017
ECLI:EU:C:2017:312, Conclusie, Hof van Justitie van de Europese Unie (Advocaat-Generaal), 27‑04‑2017
- Wetingang
Art. 19 Brussel I (EEX-Verordening)
Essentie
Art. 19, punt 2, onder a EEX-Verordening moet aldus worden uitgelegd dat in geval van een beroep dat is ingesteld door een werknemer die lid is van het boordpersoneel van een luchtvaartmaatschappij of ter beschikking van deze laatste is gesteld, voor de vaststelling van de bevoegdheid van het aangezochte gerecht het begrip ‘plaats waar de werknemer gewoonlijk werkt’ in de zin van die bepaling niet kan worden gelijkgesteld met het begrip ‘thuisbasis’ in de zin van bijlage III bij Verordening (EEG) 3922/91 van de Raad van 16 december 1991 inzake de harmonisatie van technische voorschriften en ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.