Einde inhoudsopgave
Verdrag tot verbod van de ontwikkeling, de produktie, de aanleg van voorraden en het gebruik van chemische wapens en inzake de vernietiging van deze wapens
Artikel XV Wijzigingen
Geldend
Geldend vanaf 29-04-1997
- Bronpublicatie:
03-09-1992, Trb. 1993, 162 (uitgifte: 12-11-1993, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
29-04-1997
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
24-06-1997, Trb. 1997, 136 (uitgifte: 01-01-1997, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Bijzonder strafrecht / Wapens en munitie
Internationaal strafrecht / Bijzondere onderwerpen
1.
ledere Staat die Partij is bij dit Verdrag kan wijzigingen op dit Verdrag voorstellen. ledere Staat die Partij is bij dit Verdrag kan ook veranderingen, zoals aangegeven in het vierde lid, in de Bijlagen bij dit Verdrag voorstellen. Voorstellen tot wijziging zijn onderworpen aan de procedures in het tweede en derde lid. Voorstellen voor veranderingen, zoals aangegeven in het vierde lid, zijn onderworpen aan de procedures in het vijfde lid.
2.
De tekst van een voorgestelde wijziging wordt ingediend bij de Directeur-Generaal ter toezending aan alle Staten die Partij zijn bij dit Verdrag en aan de Depositaris. De voorgestelde wijziging wordt alleen bestudeerd door een Conferentie tot wijziging van het Verdrag. Een zodanige Conferentie wordt belegd indien een derde of meer van de Staten die Partij zijn bij dit Verdrag de Directeur-Generaal uiterlijk 30 dagen na de toezending mededelen dat zij verdere bestudering van het voorstel steunen. De Conferentie tot wijziging van het Verdrag wordt onmiddellijk na een gewone vergadering van de Conferentie gehouden, tenzij de verzoekende Staten die Partij zijn bij dit Verdrag een eerdere bijeenkomst vragen. In geen geval wordt een Conferentie tot wijziging van het Verdrag gehouden binnen 60 dagen na de toezending van de voorgestelde wijziging.
3.
Wijzigingen worden van kracht voor alle Staten die Partij zijn bij dit Verdrag 30 dagen na de nederlegging van de akte van bekrachtiging of aanvaarding door alle hieronder in letter b bedoelde Staten die Partij zijn bij dit Verdrag:
- a.
wanneer zij door de Conferentie tot wijziging van het Verdrag zijn aangenomen met de stemmen vóór van een meerderheid van alle Staten die Partij zijn bij dit Verdrag terwijl geen enkele Staat die Partij is bij dit Verdrag een stem tegen uitbrengt; en
- b.
zijn bekrachtigd of aanvaard door alle Staten die Partij zijn bij dit Verdrag die op de Conferentie tot wijziging van het Verdrag een stem vóór hebben uitgebracht.
4.
Ten einde de uitvoerbaarheid en de doeltreffendheid van dit Verdrag te verzekeren, kunnen de bepalingen in de Bijlagen worden veranderd overeenkomstig het vijfde lid, indien de voorgestelde veranderingen slechts betrekking hebben op aangelegenheden van administratieve of technische aard. Verandering van de Bijlage inzake stoffen geschiedt overeenkomstig het vijfde lid. De Titels A en C van de Vertrouwelijkheidsbijlage, Afdeling X van de Verificatiebijlage en de begripsomschrijvingen in Afdeling I van de Verificatiebijlage die uitsluitend betrekking hebben op uitdagingsinspecties, kunnen niet worden veranderd overeenkomstig het vijfde lid.
5.
De in het vierde lid bedoelde voorgestelde veranderingen worden behandeld overeenkomstig de onderstaande procedures:
- a.
De tekst van de voorgestelde veranderingen wordt te zamen met de vereiste informatie toegezonden aan de Directeur-Generaal. Door iedere Staat die Partij is bij dit Verdrag en de Directeur-Generaal kan aanvullende informatie worden verstrekt met het oog op de beoordeling van het voorstel. De Directeur-Generaal deelt deze voorstellen en informatie onverwijld mede aan alle Staten die Partij zijn bij dit Verdrag, de Uitvoerende Raad en de Depositaris;
- b.
Uiterlijk 60 dagen na ontvangst van het voorstel onderwerpt de Directeur-Generaal het aan een beoordeling om alle mogelijke gevolgen ervan voor de bepalingen van dit Verdrag en zijn toepassing na te gaan en deelt hij alle informatie ter zake mede aan alle Staten die Partij zijn bij dit Verdrag en de Uitvoerende Raad;
- c.
De Uitvoerende Raad bestudeert het voorstel in het licht van alle informatie waarover hij beschikt, met inbegrip van de vraag of het voorstel voldoet aan de vereisten van het vierde lid. Uiterlijk 90 dagen na ontvangst van het voorstel brengt de Uitvoerende Raad zijn aanbevelingen, met passende toelichtingen, ter kennis van alle Staten die Partij zijn bij dit Verdrag met het oog op de bestudering ervan. De Staten die Partij zijn bij dit Verdrag bevestigen binnen 10 dagen de ontvangst;
- d.
Indien de Uitvoerende Raad aan alle Staten die Partij zijn bij dit Verdrag aanbeveelt het voorstel aan te nemen, wordt het als goedgekeurd beschouwd indien geen enkele Staat die Partij is bij dit Verdrag er bezwaar tegen maakt binnen 90 dagen na ontvangst van de aanbeveling. Indien de Uitvoerende Raad aanbeveelt het voorstel te verwerpen, wordt het als verworpen beschouwd indien geen enkele Staat die Partij is bij dit Verdrag binnen 90 dagen na ontvangst van de aanbeveling bezwaar maakt tegen de verwerping;
- e.
Indien een aanbeveling van de Uitvoerende Raad niet wordt aanvaard zoals vereist ingevolge letter d, wordt door de Conferentie op haar volgende bijeenkomst een besluit genomen inzake het voorstel als aangelegenheid van inhoudelijke aard, met inbegrip van de vraag of het voldoet aan de vereisten van het vierde lid;
- f.
De Directeur-Generaal brengt alle beslissingen ingevolge dit lid ter kennis van alle Staten die Partij zijn bij dit Verdrag en van de Depositaris;
- g.
Ingevolge deze procedure goedgekeurde veranderingen worden voor alle Staten die Partij zijn bij dit Verdrag van kracht 180 dagen na de datum van kennisgeving door de Directeur-Generaal dat zij zijn goedgekeurd, tenzij een andere termijn wordt aanbevolen door de Uitvoerende Raad of bepaald door de Conferentie.